Op 14 maart is bekend gemaakt dat het onderzoek naar het dodelijke schietindicent wordt verricht door de Rijksrecherche met forensische ondersteuning van de politie Amsterdam Amstelland. Het onderzoek naar de openlijke geweldpleging die op zondag 11 maart aanleiding was voor de politie om ter plaatse te gaan, werd tot op heden verricht door de divisie recherche van de politie Utrecht. De afgelopen dagen is gebleken dat tussen beide onderzoeken een dusdanige samenhang bestaat dat veel afstemming moet plaatsvinden.
Om de onafhankelijkheid en objectiviteit van beide onderzoeken te waarborgen, hebben de hoofdofficier van justitie en de korpsleiding van de politie Utrecht in overleg met de Rijksrecherche besloten dat de Rijksrecherche de coördinatie van beide onderzokeen op zich zal nemen. Er zullen geen Utrechtse rechercheurs meer betrokken zijn bij het onderzoek naar de openlijke geweldpleging. De Rijksrecherche wordt daarom bijgestaan door rechercheurs van de politie Amsterdam Amstelland.
Het OM is in appel gegaan tegen het afwijzen van de vordering bewaring en de schorsing van zes verdachten vorige week. Dit appel wordt morgen, dinsdag 20 maart door de Raadkamer van de Utrechtse rechtbank behandeld. Op woensdag 21 maart zijn vier verdachten gedagvaard voor de supersnelrechtzitting. De andere verdachten zijn gedagvaard voor de politierechterzitting van 29 maart en 15 mei. De drie verdachten die woensdag zijn aangehouden, zijn met een dagvaarding voor 4 april heengezonden. Ten slotte zal de man die verdacht wordt van poging doodslag zich op een nog niet bepaalde datum voor de meervoudige kamer van de rechtbank moeten verantwoorden.
bron:OM