RSI-patiënten zijn mentaal net zo gezond als de gemiddelde werkende Nederlander. Zo blijkt uit onderzoek door het Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid (AMC) onder leden van de RSI-patiëntenvereniging. Critici die nog menen dat RSI een modeziekte is die vooral tussen de oren zit hebben hun huiswerk slecht gedaan. Wel ondervinden mensen met RSI-klachten met name veel beperkingen in hun contacten met de omgeving en slikt meer dan de helft van hen pijnstillers.

Tegelijkertijd blijkt uit een TNO rapport dat recent aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is overhandigd dat de kosten van RSI voor de samenleving ruim 2 miljard euro per jaar bedragen. Zowel de individuele als de collectieve kosten van RSI zijn dus onveranderd hoog. Ter gelegenheid van de internationale RSI-dag op 28 februari roept de RSI-patiëntenvereniging dan ook overheid, werkgevers en verzekeraars op om eindelijk de broodnodige investeringen te doen in goed onderzoek naar preventie en behandeling van
RSI-klachten en niet langer naar elkaar te blijven wijzen.
In 2005 is door het Coronel Instituut een vragenlijstonderzoek verricht onder leden van de RSI-patiënten-vereniging. De belangrijkste resultaten op basis van ruim 1100 vragenlijsten zijn:
- RSI-patiënten scoren qua mentale gezondheid gelijk aan de gemiddelde werkende
Nederlander.Een depressie of burn-out komt onder hen ook niet vaker voor dan gemiddeld.
- 75% is nog (deels) aan het werk.
- Klachten zijn met name pijn, stijfheid en tintelingen/doofheid. Ruim de helft slikt dan ook regelmatig pijnstillers.
- Beperkingen worden met name ervaren in de fysieke en sociale omgang met de omgeving, zowel op het werk als privé.
- Er worden weinig aanpassingen doorgevoerd op de werkplek: bij slechts eenderde wordt meubilair en apparatuur aangepast. Functie, werktijden en pauzes worden daarentegen bijna nooit aangepast.
Er is nog te weinig goed onderzoek gedaan naar het ontstaan en de preventie en behandeling van RSI-klachten (TNO-programmeringsstudie september 2004). Er zijn wel al onderzoeken die duurbelasting (voor beeldschermwerkers: meer dan 4-6 uur PC-werk per dag), repeterende bewegingen, het ontbreken van pauzes en het uitoefenen van kracht als risicofactoren aanwijzen. Recent heeft het promotieonderzoek van Swenneke van den Heuvel aangetoond dat ook werkgerelateerde psychosociale factoren zoals hoge taakeisen en sociale steun van collega's een rol spelen bij het ontstaan van RSI-klachten. Deze resultaten moeten worden gebruikt door werkgevers én overheid om betere werkomstandigheden te creëren die leiden tot minder RSI-klachten.
Tegelijkertijd is goed onderzoek nodig naar de ontstaansmechanismen van RSI en naar de beste methoden voor preventie en behandeling van RSI-klachten. De overheid kan de verantwoordelijkheid hiervoor niet volledig neer blijven leggen bij werkgevers, zoals na de TNO programmeringsstudie én de kostenstudie is gebeurd. Een deel van de kosten komt immers bij diezelfde overheid terecht. Dit alles is voor de RSI-patiëntenvereniging reden een klemmend beroep te doen op de verantwoordelijkheid van overheid, werkgevers én verzekeraars om gezamenlijk te investeren in preventie en behandeling van RSI-klachten. Onderzoekers in Nederland hebben hun krachten gebundeld in de Stichting Bewegingsapparaat Onderzoek Nederland (BON), zodat het beschikbare geld snel, effectief en aan de prioriteiten uit de programmeringsstudie kan worden besteed. De jaarlijkse kosten van 2,1 miljard euro rechtvaardigen eenvoudig een investering  van enkele miljoenen. Help RSI-klachten de wereld uit, om te beginnen uit Nederland!
bron: RSI Vereniging

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular