Ondanks voorzichtig herstel op de arbeidsmarkt en aantrekkende werkgelegenheid blijft de werkloosheid onder jongeren erg hoog. Uit de arbeidsmarktanalyse van de Raad voor Werk en Inkomen over het derde kwartaal van 2005 blijkt dat de jeugdwerkloosheid procentueel gezien meer dan het dubbele is van de totale werkloosheid. Terwijl 6,6 van de totale beroepsbevolking werkloos is, is het percentage onder jongeren tot 25 jaar opgelopen tot 13,6. Verder blijkt uit de RWI-analyse dat de stijging van het aandeel hoger opgeleide mannen in Nederland, vergeleken met andere Europese landen, achterblijft.

In de kwartaalanalyse is te zien dat het aantal werkloze jongeren gestegen is van 111.000 in het tweede tot 115.000 in het derde kwartaal van 2005. De voorzichtige tekenen van herstel van de werkgelegenheid motiveren ook de jeugd om zich actief op de arbeidsmarkt te melden. Deze toegenomen belangstelling voor een baan heeft tot een licht opgelopen werkloosheid geleid. Als het herstel van de arbeidsmarkt verder doorzet, is de verwachting dat vooral jongeren daar snel van zullen profiteren. De kans is groot dat het jeugdwerkloosheidscijfer dan weer binnen de grenzen van de kabinetsdoelstelling valt. Deze doelstelling luidt dat de jeugdwerkloosheid procentueel gezien niet meer dan het dubbele van de totale werkloosheid mag zijn. Opvallend is dat het aantal bij het CWI geregistreerde werkloze jongeren sterkt daalt, terwijl de jeugdwerkloosheid gemeten door het CBS, niet daalt. Dit betekent dat minder werkloze jongeren bij het CWI geregistreerd staan.

Europese vergelijking hoger opgeleiden Tijdens de Lissabon-top van Europese
regeringsleiders in 2000 is verhoging van het algemene onderwijspeil van de bevolking een speerpunt van EU-staten geworden. Uit de vergelijking van de RWI blijkt dat de stijging van het aandeel hoger opgeleiden in Nederland achterblijft bij de landen België, Duitsland, Denemarken, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De oorzaak hiervan is dat het aandeel Nederlandse mannen dat hoger onderwijs volgt, is gedaald. Omdat de stijging van het aantal hoger opgeleide vrouwen echter veel groter is, blijft het totale percentage hoger opgeleiden continue stijgen. De RWI verwacht dat in Nederland een tekort aan hoger opgeleiden zal ontstaan. Vooral mannen dienen om deze redenen overtuigd te worden van het nut van het volgen van een hogere opleiding.

De achterblijvende stijging in Nederland ten opzichte van de andere Europese landen kan voor een deel verklaard worden door het feit dat in andere landen kortdurende
HBO-opleidingen van 2 of 3 jaar bestaan. Nederland is bezig met de ontwikkeling van een vergelijkbaar kort HBO, waarmee de hoger onderwijsdeelname kan worden vergroot. Uit de internationale vergelijking blijkt dat deze vorm van hoger onderwijs niet ten koste gaat van deelname aan reguliere vormen van hoger onderwijs.

Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt De RWI wijst in zijn kwartaalanalyse verder op onder andere de volgende ontwikkelingen: - De beroepsbevolking is in het derde kwartaal van 2005 toegenomen. - Het herstel van de werkgelegenheid leidt tot positieve verwachtingen van werkgevers over de groei van het aantal banen in hun bedrijf. Vooral in de kwartaire sector, de zakelijke dienstverlening en handel en horeca heerst optimisme. - Positieve signalen gaan ook uit van de vacaturemarkt. Het aantal openstaande vacatures steeg van 137.00 in het tweede tot 174.000 in het derde kwartaal van 2005. - Het aantal uitkeringsgerechtigden, zowel WW, WWB als arbeidsongeschikten, daalt.

bron:RWI

 

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular