De aardbeving en tsunami van 26 december 2004 heeft hele gemeenschappen aan de kust van Zuid-Azië en delen van Oost-Afrika verwoest. Zes maanden na de ramp maakt internationale kinderrechtenorganisatie Save the Children de balans op en meldt dat er 625.000 slachtoffers, waaronder meer dan 250.000 kinderen, door hen geholpen zijn bij het te boven komen van een van 's werelds vreselijkste natuurrampen. Het Save the Children rapport dat inzicht geeft in de voortgang van de noodhulp en de wederopbouw zes maanden na de Tsunami, is vandaag gepubliceerd.

'Dit is de grootste noodhulpoperatie in de 85-jarige geschiedenis van Save the Children,' zegt Holke Wierema, directeur van Save the Children Nederland. 'Met het redden van kinderlevens zijn onze inspanningen enorm succesvol geweest. Onze jarenlange ervaring in Zuid-Azië en onze snelle reactie op deze noodsituatie heeft er mede aan bijgedragen dat de door vele experts verwachtte tweede dodelijke golf door ondervoeding en ziekte niet plaatsvond. We hebben honderdduizenden kinderen en hun familieleden voorzien van voedsel, water, onderdak en gezondheidszorg. Daarnaast hebben we ervoor kunnen zorgen dat duizenden kinderen veilig waren en gevrijwaard bleven van uitbuiting en misbruik door het creëren van veilige speelplekken en verblijfplaatsen in de tijdelijke kampen waar vele families nog steeds verblijven.'

Save the Children richtte zich vooral op de drie door de tsunami zwaarst getroffen landen Indonesië, Sri Lanka en India, en bood tegelijkertijd kleinschalige hulp aan getroffen gemeenschappen in Thailand en Somalië. Save the Children spoorde alleenstaande kinderen op, registreerde uiteindelijk meer dan 7.000 kinderen en herenigde velen van hen met familieleden, zo meldt het rapport. Ook heeft de organisatie duizenden kinderen geholpen terug te keren naar school en speelde de hulpverleners een leidende rol bij het beschermen van kinderen. Daarnaast gaat het rapport ook in op de door de organisatie geboekte resultaten op het gebied van onderwijs, onderdak, water, gezondheidszorg, psychosociale hulp, voedsel en levensonderhoud.

Ondanks deze resultaten ziet Save the Children nog vele uitdagingen nu de nadruk verschuift van noodhulp naar hulp bij wederopbouw. 'De herbouw van huizen, scholen en klinieken moet sneller,' zegt Wierema. 'Daarvoor zijn we afhankelijk van de lokale en nationale autoriteiten. Zij moeten hun planningsprocessen versnellen zodat Save the Children samen met anderen die hierin actief zijn (inclusief de lokale gemeenschappen zelf) aan de slag kan met het bieden van expertise, menskracht en financiële steun.'

'Met dit rapport willen we de vele duizenden mensen die financieel hebben bijgedragen laten zien hoe hun geld is besteed,' zegt Wierema. 'En natuurlijk willen we ook vertellen wat we in de komende jaren nog van plan zijn, want het werk is verre van gedaan.' Daarnaast vindt Wierema het van belang te benadrukken dat de inspanningen van Save the Children Nederland passen in een breder internationaal kader. 'Door ons lidmaatschap van de 'International Save the Children Alliance' zijn we in staat met dezelfde financiële middelen meer te bereiken voor kinderen en hun families dan we alleen zouden kunnen.'

bron:Save the Children

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular