De SER heeft vrijdag een unaniem advies
vastgesteld over de arbeidsmarktpositie van allochtone jongeren.
Ook de voorzitters van de jongerenorganisaties van sociale partners
(FNV Jong, CNV Jongeren en Jong Management) voerden het woord in de
raadsvergadering.

Het initiatief voor dit advies eigener
beweging was afkomstig van FNV Jong. Judith Ploegman van FNV Jong
was blij dat de SER dit advies in zo’n korte tijd heeft
uitgebracht. Tevreden was ze ook met de werkwijze. Zo kwamen ook
jongeren, ouders en leraren in hoorzittingen aan het woord. Drie
punten uit het advies vindt FNV Jong het meest belangrijk:
mentoring en coaching in alle opleidingen, een sluitende aanpak
voor werkloze jongeren en de spoedige instelling van
één landelijk meldpunt voor discriminatie op de
arbeidsmarkt en bij stageplaatsen. Ze wil dat de positie van
allochtone jongeren op de agenda van de participatietop komt, die
het nieuwe kabinet met sociale partners zal organiseren.

MKB-voorzitter Loek Hermans sprak namens
de drie centrale ondernemers-organisaties. Hij benadrukte dat er
extra inspanningen nodig zijn – van scholen, branches,
bedrijven, werknemers, gemeenten, UWV en CWI én van
allochtone jongeren zelf – om met de bestaande regelingen de
arbeidsmarktpositie van allochtone jongeren te verbeteren.
Werkgevers staan een actief diversiteitsbeleid voor, met aandacht
voor verschillen tussen individuen. Ook benadrukte hij het belang
van positieve beeldvorming en het naar boven halen van best
practices.

Het kroonlid Fokko van Duyne was van
mening dat veel van de aanbevelingen van het advies niet alleen op
allochtone jongeren betrekking hebben. Het advies heeft in dat
opzicht een bredere strekking: het is voor alle jongeren van
belang, ongeacht hun afkomst. Dat neemt niet weg dat juist de
combinatie van persoonskenmerken (de sociaal-economische en
sociaal-culturele achtergrond) en systeemkenmerken de problematiek
bij hen extra pregnant maakt.

Volgens Wolter Smit, voorzitter van Jong
Management VNO-NCW, wordt soms te snel gedacht dat de achterstand
van allochtonen op de arbeidsmarkt door werkgevers komt. De oorzaak
ligt vooral aan andere factoren, zoals opleiding, motivatie en
presentatie van de jongere. Daarnaast bestaat er bij werkgevers ook
soms angst voor het onbekende. Dat moet je niet oplossen met
wetgeving, maar door werkgevers te stimuleren allochtonen in dienst
te nemen, door de ‘hearts and minds’ van werkgevers
hiervoor te winnen.

Volgens Klaas Pieter Derks, voorzitter
CNV-Jongeren, komt het advies geen dag te vroeg en bevat het ook
een opdracht aan sociale partners zelf. Hij gaf aan dat de
CNV-bonden inspanningen rond diversiteit zullen meenemen aan de
CAO-tafel. Ook hij verwees naar de participatietop die het kabinet
met sociale partners wil organiseren.

Hij riep de politiek op om te komen tot
een programmatische aanpak van het jongerenbeleid.

Zeki Arslan van FORUM, adviserend lid in
de commissie van voorbereiding, uitte zijn waardering voor het
advies. Kinderen en jongeren moeten niet het gevoel krijgen dat zij
vreemdelingen zijn maar dat zij talentvolle kinderen en medeburgers
zijn, die ertoe doen in de samenleving. Hij verzocht de SER
uitdrukkelijk het niet bij dit advies te laten, maar de
problematiek te blijven monitoren. Ook riep hij de SER op om zich
in een vervolg op dit advies te buigen over het tegengaan van
onderwijssegregatie en over het stimuleren van participatie en
actief burgerschap.

Henk van der Kolk, voorzitter van FNV
Bondgenoten, stelde voor oudere, bekwame werknemers als mentor te
koppelen aan allochtone jongeren met een tekortschietende
opleiding. Zo sla je twee vliegen in één klap. Oudere
werknemers kunnen langer op een zinvolle manier doorwerken. En
allochtone jongeren worden geholpen bij het deelnemen aan het
arbeidsproces. Loek Hermans vond het een goed initiatief. Hij had
dit zelf ook al eens voorgesteld. Hij vroeg wel aandacht voor de
financiering daarvan.

Voorzitter van de commissie van
voorbereiding Marco Wilke zal het advies met een
(jongeren)delegatie uit de commissie aanbieden aan het kabinet. Ook
is er een populaire samenvatting van het advies gemaakt.

SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan is
enthousiast over de grote betrokkenheid van jongeren en hun
organisaties bij de totstandkoming van dit SER-advies. Hij gaf aan
verder te willen gaan op de ingeslagen weg. De SER bezint zich op
meer manieren om jongeren bij het advieswerk te betrekken.

bron:SER

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular