De burgemeester van Leeuwarden heeft besloten om een woning te sluiten
vanwege verstoringen van de openbare orde. De burgemeester heeft
hierbij gebruik gemaakt van de speciale bevoegdheid van artikel 174a
van de Gemeentewet. De bewoners van het pand hebben hiertegen bezwaar
gemaakt en een bestuursrechtelijk kort geding aangespannen.

De rechter heeft het besluit van de burgemeester geschorst. Hij vindt
dat de burgemeester niet heeft aangetoond dat er sprake is van overlast
die veroorzaakt wordt vanuit de woning van betrokkenen.

De rechter is van mening dat het sluiten van een woning een zeer
vergaande maatregel is, die zorgvuldig moet worden voorbereid. Het gaat
hier immers om een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, die door
art. 10 van de Grondwet wordt beschermd. Het dossier dat door de
burgemeester is aangelegd, bevat volgens de rechter te weinig concrete
en belastende informatie afkomstig van politie, verhuurder en anderen.
Bovendien zijn er recente verklaringen van stadswachten en
buurtbewoners, waaruit zou blijken dat er vanuit de woning van
betrokkenen geen overlast wordt veroorzaakt. Er zijn naar het oordeel
van de rechter dan ook onvoldoende controleerbare feiten en
omstandigheden naar voren gekomen die het besluit kunnen dragen.

De uitspraak is mondeling gedaan op 31 december 2004. Het betekent dat
de sluiting van de woning, die gepland was voor maandag 3 januari 2005
om 10:00 uur, niet doorgaat. De burgemeester zal zich nu eerst
inhoudelijk moeten uitlaten over het bezwaarschrift van de bewoners en
-zo nodig- een nieuw besluit moeten nemen.

Bron: Gerechtelijke organisatie

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular