Verkeersminister Karla Peijs moet de spoorveiligheid snel serieus gaan nemen. Volgens de Onderzoeksraad voor veiligheid heeft de minister een te afwachtende houding. De SP eist snel maatregelen van de minister om het spoor veilig te houden.
Naar aanleiding van de treinbotsing op 21 mei 2004 bij Amsterdam CS concludeert de Onderzoeksraad voor veiligheid dat er onvoldoende gedaan wordt om door rood rijden te voorkomen. SP-Kamerlid Harry van Bommel is hierover geschokt: 'De minister heeft wel allerlei verbeteringen beloofd, maar daar komt nog weinig van terecht.'
Volgens Van Bommel is het mogelijk om snel enkele maatregelen te nemen om de veiligheid op het spoor te verbeteren.
1. Een trein zou pas vanaf een station mogen vertrekken als de gehele rijweg vrij is.
2. Haal de fouten uit het in 1999 ingevoerde computersysteem van de Automatische Rijweg Instelling die de seinen veiligstelt.
3. Indien de Automatische Trein Beveiliging niet functioneert, geen gebruik maken van een gedeelde rijweg.
4. Verplaats de 1200 verkeerd gepositioneerde seinen, zodat ze duidelijk zichtbaar worden.
5. Leidt machinisten minder af door alle communicatie (behalve de noodoproepen) via de conducteur te laten lopen.
Van Bommel: 'Vlak na het ongeval bij Amsterdam stelden we deze maatregelen ook al voor. Toen reageerde de minister nog afwijzend en wilde ze eerst meer onderzoek doen. Met het rapport van de Onderzoeksraad in de hand zou ze nu wel maatregelen moeten nemen. Wij eisen dit dan ook van haar.'
bron:SP