Begin april is op praktijkcentrum Nij Bosma Zathe (Friesland) veldonderzoek op grasland gestart naar het effect van co-vergisting van runderdrijfmest op de bemestende waarde en uitstoot van ammoniak en broeikasgassen na uitrijden. In 2005 en 2006 worden in totaal vier soorten co-vergiste drijfmest onderzocht.

Bij vergisting van (runder)drijfmest wordt duurzame energie in de vorm van elektriciteit en warme opgewekt. Door toevoeging van een energierijk (rest)product (co-product) kan de hoeveelheid opgewekte energie fors toenemen. Door deze toevoeging veranderen echter ook de eigenschappen van de mest, wat gevolgen heeft voor de waarde als meststof en de uitstoot van milieubelastende gassen.

Bij het onderzoek naar de bemestende waarde wordt de stikstofopname van onvergiste en co-vergiste drijfmest gedurende vier sneden (20-24 weken) na toediening gevolgd. In totaal worden vier soorten co-vergiste drijfmest onderzocht. De eerste soort is begin april toegediend en bestond uit runderdrijfmest vergist met suikerbietenstaartjes. De tweede soort wordt half mei toegediend en bestaat uit runderdrijfmest vergist met ingekuilde silage van een erwten-gerst mengsel. Bij ieder tijdstip worden steeds onvergiste en co-vergiste drijfmest geïnjecteerd. De partijen drijfmest zijn afkomstig uit een parallel lopend onderzoek naar gasopbrengsten van diverse co-producten.

In het veldonderzoek wordt ook het effect van co-vergisting op de uitstoot van milieubelastende gassen na het uitrijden gemeten. Hierbij gaat het om de uitstoot van ammoniak en de broeikasgassen methaan en lachgas. De uitstoot wordt gedurende een periode van vijf tot zes weken na toediening regelmatig gemeten.

Het onderzoek is onderdeel van het Europese North Sea BioEnergy project. Daarin werkt het Praktijkonderzoek van de Animal Sciences Group van Wageningen UR samen met de provincie Fryslà¢n en de Stichting Natuurenergie Ooststellingwerf. Doel van het project is het verzamelen van gegevens over co-vergisting in het kader van stimulering van duurzame energieproductie in landen rond de Noordzee.

bron:praktijkonderzoek Veehouderij

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular