De rechtbank Zutphen heeft L.K. te Gaanderen veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar, een geldboete van à¢?¬ 25.000,-- en een werkstraf van 240 uur wegens valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, oplichting en poging tot oplichting, meermalen gepleegd.
De rechtbank acht de feiten wettig en overtuigend bewezen en verwerpt daarmee de versie van de verdachte dat de amputatie van de vinger het gevolg is van een auto-ongeluk. De tandarts werd ervan beschuldigd bij zichzelf een vinger te hebben geamputeerd teneinde verzekeringspenningen te kunnen opstrijken. Na de amputatie heeft hij de feiten gepleegd om daar financieel beter van te worden. Een verzekeringsmaatschappij is opgelicht voor een bedrag van ongeveer à¢?¬ 56.000,--. Als alle feiten geslaagd waren zou dit een miljoenenschade tot gevolg hebben gehad, met uiteindelijk nadelige gevolgen voor de burgers die dan een verhoogde premie zouden moeten betalen. Ook daarom heeft de rechtbank een hogere boete dan door de officier geëist opgelegd.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de redelijke termijn tussen de aanvang van het gerechtelijk vooronderzoek en de dag van de uitspraak enigermate is overschreden, waardoor de rechtbank strafvermindering op zijn plaats acht. Als de termijn niet was overschreden dan zou zij in plaats van een werkstraf een onvoorwaardelijke gevangenisstraf hebben opgelegd.
bron:Rechtbank Zutphen