Aangemoedigd door onder meer oud-minister Jan Terlouw pleit de
studiegroep Zonne-energie ervoor vaart te zetten achter de ontwikkeling
van zonnecentrales in woestijnlanden. Volgens de studiegroep biedt deze
techniek ongekende mogelijkheden om op duurzame wijze te voorzien in de
wereldenergiebehoefte, zo blijkt uit het vandaag verschenen nummer van
Milieutijdschrift ArenA, het opinieblad van de VVM,
Het principe van een dergelijke zonthermische krachtcentrale is simpel,
waardoor het ontwikkelingsrisico klein is. Vergeleken met een 'normale'
centrale wordt in feite alleen de brander voor kolen, olie of gas
vervangen door een groot spiegelveld. Met de spiegels wordt de
zonnestraling in het brandpunt geconcentreerd op een vloeistof, net als
met een vergrootglas. Zo ontstaan temperaturen van boven de 400 graden
Celsius bereiken, meer dan voldoende om stoom onder hoge druk om een
turbine aan te drijven.
De technologie is grootschalig en levert alleen een goed rendement op
bij een grote zonnekracht. Globaal is dat binnen de keerkringen en in
het zuiden van Spanje, Italië en Griekenland. Omdat er grote
oppervlakten voor nodig zijn, leent de techniek zich bij uitstek voor
toepassing in uitgestrekte woestijngebieden. In de Verenigde Staten
wordt de techniek in de woestijn van Californië al meer dan vijftien
jaar met succes toegepast. Voor ons land kan deze zonne-energie als
groene stroom en waterstof uit Zuid Europa en vooral Noord Afrika
worden geimporteerd. Nieuwe (kolen-)centrales zijn niet nodig en de
kerncentrale in Borssele kan worden gesloten.
Bron: VERENIGING VAN MILIEUKUNDIGEN