De twee Nederlandse biodieselfabrieken
hebben vandaag in een brandbrief aan de Tweede Kamer aandacht
gevraagd voor de toekomst van deze bedrijfstak. 'Wij luiden de
noodklok omdat wij onze biodiesel in Nederland niet in de markt
kunnen

afzetten vanwege de oneerlijke
concurrentie. Onze voorraden lopen gigantisch op en wij moeten
externe opslag huren om de biodiesel op te slaan. Het water staat
ons aan de lippen en als er niet snel ingegrepen wordt, door middel
van een importverbod of heffing, dan betekend dit het einde van de
biodieselfabrieken in Nederland.', aldus Sunoil Biodiesel B.V. uit
Emmen en Biodiesel Kampen B.V. uit Kampen. De twee fabrieken hebben
te maken met concurrentie van zwaar gesubsidieerde Amerikaanse
produkten die ook nog eens niet aan Europese eisen voldoen.

Voortbestaan

Biodiesel wordt steeds meer toegepast als
vervanging van fossiele diesel, sinds 2006 ook in Nederland.
Biodiesel is een wereldwijd verhandeld product. Door oneerlijke
concurrentie van gesubsidieerde biodiesel uit landen als de USA en
Argentinië vrezen Nederlandse biodieselbedrijven rechtstreeks
voor hun voortbestaan.

Export subsidie

De Nederlandse en Europese biodieselmarkt
wordt overstelpt met gesubsidieerde biodiesel uit de USA. De
biodiesel wordt als een blend (mengsel) van 99,9% biodiesel en 0,1%
(of minder) minerale diesel (B99,9) aangeboden. De oorsprong van
deze regeling bevindt zich in 2004 toen de USA heeft besloten om de
eigen biodieselfabrieken te ondersteunen met 1 US dollar per gallon
(1 gallon = 3,8 liter) biodiesel welke gemengd is met minerale
diesel. Dit betekent dat de biodiesel gesubsidieerd wordt met 20
cent per liter wanneer er maar een 'drup' minerale diesel in
geblend wordt. Na deze vermenging wordt de biodiesel tegen
afbraakprijzen in Rotterdam/Europa aangeboden.

Deze biodiesel voldoet niet aan de
Europese biodieselnorm. De USA-biodiesel is niet alleen van
biologische aard. Toch is er alleen al in januari 2007 ca. 30.000
ton geïmporteerd in de EU. In de praktijk blijkt dat de
gesubsidieerde Amerikaanse

brandstof als pure biodiesel wordt
verkocht. De oliemaatschappijen en andere gebruikers lopen, bij
gebruik hiervan, grote risico s. Bij controle door de douane worden
zeer forse boetes opgelegd.

100% milieuvriendelijk

De biodieselfabrieken in Emmen en Kampen
staat het water nu na aan de lippen. Er wordt voldoende 100 procent
milieuvriendelijke brandstof geproduceerd, bijvoorbeeld van
frituurvet, koolzaadolie en sojaolie, maar de Nederlandse bedrijven
kunnen de biodiesel nergens kwijt. Directeur Wilfred Hadders van
Sunoil: "We hebben zelfs al extra opslagplaatsen moeten regelen
voor de brandstof die we niet kunnen verkopen.' De beide
Nederlandse bedrijven begrijpen niet dat de Nederlandse overheid de
fabricage van milieuvriendelijke biodiesel op geen enkele wijze
ondersteund. In alle reguliere brandstoffen zit sinds kort 2
procent biobrandstof. Dat percentage wordt de komende jaren
opgevoerd naar het maximale bijmengpercentage van 5 procent.
Momenteel wordt deze bijmenging volledig ingevuld met
gesubsidieerde biodiesel van buiten de EU.

Nederlandse fabrikanten vragen zich af
waarom de overheid niet optreedt tegen deze

oneerlijke concurrentie. Deze oproep wordt
ondersteund door het Europese Biodiesel Board waarbij veel Europese
biodieselfabrieken aangesloten zijn.

bron:SunOil Biodiesel

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular