Den Haag, 9 februari 2005 - Het Gerechtshof ´s-Gravenhage heeft vandaag
in hoger beroep de verdachte A.T.  vrijgesproken van voorbereiding van
moord, doodslag dan wel zware mishandeling, door media eerder wel
aangeduid als ´bedreiging'. Het hof heeft niet bewezen geacht dat de
verdachte met een mes naar de woning van mevrouw Balkenende en haar
echtgenoot is gegaan als onderdeel van een vooropgezet plan om haar
en/of hem van het leven te beroven althans zwaar lichamelijk letsel aan
te doen. Bij een doorzoeking van zijn woning trof de politie echter een
geladen pistool aan. Voor het illegaal bezit van het pistool heeft het
hof terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd omdat het hof
bescherming van de samenleving dringend nodig acht.

De man werd ervan verdacht in oktober 2003 naar de woning van de
minister-president en zijn echtgenote te zijn gegaan om een van hen
(dan wel beiden) van het leven te beroven of zwaar lichamelijk letsel
toe te brengen. Op het politiebureau bleek de verdachte een groot
keukenmes bij zich te hebben.

Vrijspraak
De verdachte lijdt volgens de deskundigen van het Pieter Baan Centrum
aan (onder meer) paranoïde wanen. Volgens het hof had hij dat mes
'slechts' bij zich als middel om zich tegen de - vanuit die waan
bedreigende - omgeving zo nodig te kunnen verweren. Het hof vindt in
dat oordeel mede steun in hetgeen de gedragsdeskundigen ter
terechtzitting in hoger beroep met stelligheid naar voren hebben
gebracht. Zij stellen dat de verdachte, toen hij naar haar woning
afreisde, (nog geheel) verkeerde in een adorerende en grootheidswaan
jegens de echtgenote van de minister-president.

Bovendien is met dit waanidee onverenigbaar dat de verdachte rekening
zou houden met de mogelijkheid dat hij door haar zou worden
'afgewezen'. Onder die omstandigheden valt, aldus het hof, niet te
bewijzen dat de verdachte het mes mee heeft genomen om dat te gebruiken
voor de (voorgenomen) levensberoving van mevrouw Balkenende (of haar
echtgenoot, jegens wie elke aanwijzing van agressieve voornemens van de
kant van de verdachte in het dossier ontbreekt). Die bestemming van het
mes is in de tenlastelegging opgenomen en vormt een noodzakelijke
voorwaarde voor de strafbaarheid van een aldus te plegen voorbereiding
tot levensberoving.

TBS
Het hof heeft het illegaal voorhanden hebben van het geladen vuurwapen
wel bewezen geacht. Het hof oordeelde de verdachte daarvoor echter niet
strafbaar, omdat dat wapenbezit een rechtstreeks gevolg is van de
paranoïde angsten van de verdachte. Hoewel illegaal wapenbezit op
zichzelf doorgaans niet zodanig ernstig is dat daarvoor
terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt opgelegd, heeft het
hof dat in deze zaak wel gedaan. Een angstige, gewapende reactie van de
verdachte in afweer op door hem ervaren, vermeende bedreiging kan
zodanig onmiddellijk gevaar voor anderen opleveren, dat bescherming van
de samenleving dringend geboden is. Dat gevaar bleek al in het recente
verleden: de verdachte werd in 2001 al veroordeeld tot een
gevangenisstraf voor poging tot doodslag op een buurman, die hij geheel
onverwachts met een mes had gestoken.

Bron: Gerechtshof 's-Gravenhage

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular