Huis en haard hebben ze verloren. Een kwart miljoen Bolivianen zijn door ernstige overstromingen alles kwijtgeraakt en wachten nu in opvangkampen op hulp. Maar de wereld laat het afweten. De wereld weet het niet eens. In januari en februari werd het noorden van Bolivia getroffen door zware regenvallen. Rivieren traden buiten hun oevers. Vorst en hagel maakten de ellende nog groter voor een kwart miljoen vooral arme boerengezinnen.
Amper tot president gekozen of Evo Morales ziet zich geconfronteerd met een nationale ramp. 30 procent van de landbouwgrond is onbruikbaar geworden en een complete oogst verloren gegaan. Een onmogelijke opgave voor de Boliviaanse regering om de gevolgen van deze ramp alleen de baas worden. Bolivia - een van de armste landen van Latijns Amerika - kampt met een enorm probleem.
'Als de internationale gemeenschap nu niet snel reageert komen de huidige hulprogramma's in gevaar', aldus Barbara Jackson van hulporganisatie CARE. 'Er moet snel geld voor noodhulp en wederopbouw komen anders wordt de toestand alleen maar uitzichtlozer.'
Als een van de eerste hulporganisaties arriveerde CARE in het rampgebied om voedsel, veilig drinkwater en medicijnen te verstrekken. Er zijn tentenkampen gebouwd, sanitaire voorzieningen geïnstalleerd en kinderen krijgen onderwijs. Duurzame noodhulp en blijvende wederopbouw. Dat staat voor CARE voorop om zo de stabiliteit van een kwetsbare Zuid-Amerikaanse democratie te bevorderen.
Vervolghulp blijft echter uit. De internationale gemeenschap mag het niet laten afweten, nu het erop aankomt. Dat zou voor duizenden Bolivianen een persoonlijke tragedie betekenen en een haperende democratie kan zelfs tot instabiliteit in de regio leiden.
bron:CARE Nederland