Amsterdam, 6 december 2004 - De kantonrechter te Amsterdam heeft een
39-jarige man veroordeeld tot een geldboete van à¢?¬ 250,- wegens het
rijden in een auto die was voorzien van een radardetector. Met deze
detector kan de aanwezigheid worden aangetoond van apparaten die tot
doel hebben om een overschrijding van de maximumsnelheid vast te
stellen.

De raadsman van de verdachte voerde als verweer aan dat het in het
Voertuigreglement vastgelegde verbod op deze detector in strijd is met
Europese richtlijnen en de Wegenverkeerswet en met het Europees Verdrag
tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Beide verweren
worden verworpen. Daarbij overweegt de rechter ondermeer dat het feit
dat een apparaat voldoet aan technische eisen die een richtlijn stelt
niet aan een verbod in de weg staat. Een verbod valt ook buiten de
reikwijdte van artikel 10 EVRM omdat een radarsignaal slechts dient als
technisch opsporingsmiddel en niet bedoeld is voor de uitwisseling van
informatie die in artikel 10 EVRM wordt beschermd.

De in beslaggenomen radardetector wordt onttrokken aan het verkeer verklaard.

Bron: Gerechtelijke organisatie

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular