De daling van het ziekteverzuim bij gemeenten heeft zich in 2004 ook doorgezet. Het verzuimpercentage van gemeenten daalde in 2004 verder tot 6,4%. In 2003 was het verzuimpercentage nog 7,2%. In dit verzuimpercentage is ook het langdurig verzuim, langer dan 1 jaar, opgenomen. De daling van het verzuim komt vooral voor rekening van de vier grootste gemeenten (G4). Bij de G4 is het ziekteverzuimpercentage in 2004 met 1,5 procentpunt gedaald. Aangezien meer dan een kwart van het gemeentelijke personeel bij de G4 werkzaam is, werkt deze daling sterk door in het gemiddelde ziekteverzuimpercentage voor alle gemeenten.

Het ziekteverzuimpercentage is in alle gemeentegrootteklassen gedaald. Enige uitzondering hierop zijn de gemeenten met minder dan 20.000 inwoners. Bij deze gemeenten is het ziekteverzuim gelijk gebleven.
De verzuimcijfers van gemeenten worden jaarlijks door het A+O fonds Gemeenten gepubliceerd in de Personeelsmonitor Gemeenten.

Doelstelling arboconvenant voor terugdringen verzuim is ruim gehaald
In 2004 is het Arboconvenant Gemeenten beëindigd. Met het convenant, afgesloten door de sociale partners en het ministerie van SZW, zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van arbeidsomstandigheden en het terugdringen van het ziekteverzuim in de sector gemeenten. De hoofddoelstelling van het convenant was een reductie van tenminste 1% in 2004 ten opzichte van 2000. De gerealiseerde verzuimreductie is 1,9% geworden. Hiermee is de hoofddoelstelling van het convenant ruim gehaald.

Ziekteverzuim is vooral afgenomen door snellere werkhervatting van zieke medewerkers
Twee belangrijke indicatoren van verzuim zijn de meldingsfrequentie en gemiddelde verzuimduur. De meldingsfrequentie was in 2004 1,7. Dat wil zeggen dat gemiddeld genomen iedere gemeentelijke medewerker zich iets minder dan twee keer per jaar ziek meldt. De meldingsfrequentie bleef de afgelopen jaren redelijk stabiel. Ook hier zijn er wel verschillen tussen de gemeentegrootteklassen. Naarmate de omvang van gemeenten en daarmee de personele bezetting toeneemt, stijgt ook de meldingsfrequentie. Bij de gemeenten met minder dan 10.000 inwoners is deze 1,3 en bij de G4 1,9.

De gemiddelde verzuimduur was in 2004 14,4 dagen. Ten opzichte van 2003 is deze gedaald met 2 dagen. Het terugdringen van de verzuimduur of anders gezegd een snellere werkhervatting bij verzuim heeft vooral bijgedragen aan het lagere verzuimpercentage. De grotere gemeenten zijn er vooral in geslaagd om de verzuimduur te bekorten. Dit geldt voor zowel de G4 als de 100.000 plus gemeenten. Bij de andere gemeentegrootteklassen is er ook sprake geweest van een verdere afname van de gemiddelde verzuimduur. Het gevoerde verzuim- en reïntegratiebeleid van gemeenten lijkt dan ook aan te slaan.

bron:A+O Fonds

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular