Drie studenten van de Vrije Universiteit wonen donderdag 11 juli in Bosnië-Herzegovina de herdenking bij voor de slachtoffers van het Srebrenica-drama, nu tien jaar geleden. Ook spreken ze op een conferentie die plaatsvindt in Sarajevo van 11 tot en met 14 juli. Ten slotte organiseren ze met andere studenten ter plaatse een mini-conferentie.

Dat Srebrenica ook voor jongere generaties een belangrijk onderwerp blijft, bleek bij het studievak over Srebrenica en Human Security dat prof. dr. Mient-Jan Faber (bijzonder hoogleraar Burgerinitiatieven in oorlogssituaties) gaf aan de Faculteit der Sociale Wetenschappen. De betrokkenheid van de studenten was groot: tijdens geanimeerde colleges werd duidelijk dat 'Srebrenica' allerminst een gesloten hoofdstuk in de Nederlandse samenleving is. Drie van de deelnemers aan het college, Margriet Groothuis, Mariëlle Meijering en Abe Thijs, besloten om deze zomer zelf naar Srebrenica te gaan en de tiende herdenking bij te wonen. Ze willen middels gesprekken met studenten uit de regio en de rest van Europa achterhalen hoe de volgende generatie over Srebrenica denkt.

Tien jaar geleden brachten Bosnische Serven meer dan achtduizend moslimmannen en -jongens om tijdens de oorlog in Bosnië-Herzegovina. Een bataljon Nederlandse VN-soldaten heeft deze massamoord niet kunnen voorkomen. Na verschillende onderzoeken van onder andere het NIOD besloot het tweede kabinet-Kok in april 2002 om af te treden. En nog steeds worden er vragen over de kwestie Srebrenica gesteld en besteden de media er veel aandacht aan. De beroering die recentelijk ontstond over een filmpje dat werd vertoond op het journaal, waarop duidelijk te zien was hoe moslimmannen werden vermoord, is daar een voorbeeld van. Ook de rechtszaak die nabestaanden hebben aangespannen tegen de Nederlandse Staat laat zien dat de Nederlandse Staat in dit drama volgens nabestaanden niet zonder schuld is.

bron:VU

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular