Als in 2008 in de regio voldoende is gebouwd kan de maximale huurprijs in het overgangsgebied (20% van de huurwoningen waarvan de overheid nog steeds de huur bepaalt) komen te vervallen. Mocht de geplande woningbouwproductie in de regio niet worden gehaald, dan blijft het overgangsgebied in die regio bestaan totdat er een meer ontspannen woningmarkt is. Minister Dekker schrijft dit vandaag in een brief aan de Tweede Kamer over het huurbeleid.  

Om een meer ontspannen woningmarkt te krijgen zal het landelijk woningtekort moeten worden teruggedrongen tot 2,2% in 2008 en 1,5% in 2010. Om te bepalen of het geliberaliseerde gebied - de woningen waarvan de huur is vrijgegeven - kan worden uitgebreid is minister Dekker bereid te kiezen voor een regionale invulling voor het bepalen van het woningtekort. Een regionale benadering ligt voor de hand omdat dit meer rekening houdt met de situatie waarin woningzoekenden in de regio zich bevinden. Als blijkt dat de woningbouwproductie (huur en koop) minder is dan 90% van de overeengekomen woningbouwafspraken, wordt het overgangsgebied gecontinueerd en blijft de overheid de maximale huur in die regio bepalen. Voor deze regio's is 2010 het volgende ijkmoment. 

Minister Dekker had voorgesteld om huurders in het overgangsgebied extra te beschermen door een maximering van de huurprijzen op 5,4% van de WOZ-waarde in te stellen. Op verzoek van de Tweede Kamer is onderzocht of het mogelijk is om de maximale huurprijzen op basis van het bestaande Woningwaarderingsstelsel (WWS) te bepalen. Minister Dekker is bereid de maximale huurprijzen in het overgangsgebied te bepalen aan de hand van het WWS met een opslag van 10%. Hiermee wordt aangesloten bij de systematiek die huurders en verhuurders nu ook hanteren. Met deze aanpassingen in het huurbeleid blijft volgens de minister de bescherming van huurders in het overgangsgebied nog steeds hetzelfde. 

bron:VROM

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular