Vanaf 1 januari 2006 moeten auto's die achteraf zijn voorzien van gasontladingslampen (ook bekend als Xenonlampen) aan dezelfde eisen voldoen als auto's die hiermee standaard zijn uitgerust.

Om een Europese typegoedkeuring te kunnen krijgen moeten auto's met dimlichten die een lichtsterkte hebben van meer dan 2000 lumen (doorgaans zijn dit gasontladingslampen) aan een aantal eisen voldoen om te vermijden dat deze felle lampen andere weggebruikers verblinden. De auto dient daarom onder andere over automatische niveauregeling te beschikken. Daardoor blijft bij wisselende belading de hoogte-instelling van de lampen hetzelfde. Ook moeten koplampsproeiers aanwezig zijn om verblinding door strooilicht uit koplampen met vuile glazen tegen te gaan.

Tot nu toe waren in Nederland deze toelatingseisen niet in de permanente eisen overgenomen. Omdat het logisch is dat de maatregelen tegen verblinding ook getroffen worden als achteraf gasontladingslampen of andere, even sterke lampen worden gemonteerd, komt deze verplichting er alsnog.

De overgangstermijn tot 2006 geeft eigenaren van auto's die achteraf met de genoemde lampen zijn uitgerust, de tijd om hun voertuigen aan te passen. 

bron:VenW

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular