Toen het Noordbrabants Museum de schilder Henk Helmantel vroeg om in de zomer van 2004 te exposeren was het duidelijk dat daarmee een kunstenaar werd uitgenodigd die in brede kringen van verzamelaars en kunstliefhebbers wordt bewonderd, maar die in de wereld van de kunstkritiek niet altijd waardering krijgt. De spanning tussen enerzijds de erkende kunst-kritiek en anderzijds het publiek houdt het museum bezig.

In 2006 zal dit zelfs het thema zijn van een speciale expositie. Voor de zomer van 2005 is gekozen voor een andere schilder die bij een breed publiek kan rekenen op veel belangstelling en bewondering. Het betreft Evert Thielen, die zowel door zijn eigenzinnige manier van schilderen als door zijn opvallende persoonlijkheid op velen indruk maakt. Een schilder die bovendien in Brabant erg bekend is omdat hij enige jaren in Haaren (tussen s-Hertogenbosch en Tilburg) heeft gewoond.

Evert Thielen (Venlo 1954) tekent en schildert al vanaf zijn kinderjaren. Hij ontwikkelde al vroeg een gevoel voor dramatiek, wat onder meer werd gevoed door zijn grote belangstelling voor de muziek van Richard Wagner. Reeds in zijn tienerjaren probeerde hij om de idee van Wagners Gesamtkunstwerk in schilderkunst te vertalen. Daarbij liet hij zich voor de vorm en techniek beïnvloeden door de middeleeuwse drie- en veelluiken. Eenmaal op de kunstacademie studeerde Thielen hierop door. Nadat hij betrokken was geraakt bij het natuurwetenschappelijk onderzoek van Van Eycks bekendste werk, het Lam Gods, stelde hij zich ten doel om eigentijdse veelluiken te maken met de middelen van de 15de eeuw. Zowel zijn verf, alsook de grondering en het vernis maakt hij zelf.

Evert Thielen schilderde vier imposante veelluiken, die zijn reputatie gevestigd hebben. Twee van deze metershoge en brede stukken zijn in het Noordbrabants Museum te zien: De Schepping (1991) en Het Verlangen (2002). De tentoonstelling biedt een overzicht van de laatste 15 jaar en telt ongeveer 65 schilderijen. Zij worden per thema getoond: genrestukken en vrouwen, portretten, landschappen en dieren.

Thielen houdt zich vanaf het midden van de jaren negentig bij voorkeur bezig met het schilderen van het vrouwelijk naakt en met genrestukken waarin vrouwen figureren. De vrouw is altijd Thielens belangrijkste thema geweest, zowel in de vorm van portretten, als op de veelluiken en op de vrije schilderijen. In de vrije schilderijen ontwikkelt Thielen zijn meest geëigende stijl. De herkenbaarheid van landschappen, situaties en mensen suggereert een bestaande werkelijkheid, die bij nadere beschouwing een schijnwerkelijkheid blijkt te zijn. Hoe levensecht de taferelen of voorstellingen ook zijn, ze komen voort uit een onbedwingbare behoefte aan het scheppen van een nieuwe, eigen realiteit.

Bron:Noord Brabantsmuseum

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular