Een man uit Nijmegen die een kort geding aanspande omdat hij illegaal in de gevangenis zou verblijven is in het ongelijk gesteld. De man is vorig jaar in een huis van bewaring geplaatst omdat hij zich niet aan de voorwaarden had gehouden die hem waren opgelegd door de rechtbank.
De Nijmegenaar is op 14 september 2004 door de rechtbank veroordeeld tot onder andere tbs met voorwaarden. Volgens het OM hield de man zich daarna niet aan deze voorwaarden. De rechter-commissaris gaf daarom op 18 maart 2005, op verzoek van de officier, een bevel tot voorlopige verpleging af. De man is toen geplaatst in een huis van bewaring.
Het OM eiste dat de tbs met voorwaarden zou worden omgezet in een tbs met dwangverpleging. De rechtbank oordeelde op 9 januari echter anders. De rechters besloten dat een ambulante behandeling, dus buiten de tralies, zou volstaan.
Het bevel tot voorlopige verpleging, van de rechter-commissaris, kwam daarmee te vervallen stelde de advocaat van de Nijmegenaar in een kort geding tegen de Staat der Nederlanden. Hij vroeg de voorzieningenrechter om de Nijmegenaar direct in vrijheid te stellen.
De voorzieningenrechter in Arnhem besloot op 7 februari jl. dat het bevel van de rechter-commissaris in dit geval nog steeds geldt. De uitspraak van de rechtbank is nog niet onherroepelijk, er is inmiddels al hoger beroep ingesteld door de officier van justitie. Er bestaat dus volgens de rechter nog steeds een geldige titel waarop de vrijheidsbeneming is gebaseerd.
Bron: Rechtbank Arnhem