Het "Convenant Toonbankbetalingsverkeer 2005" tussen acht Nederlandse banken en ondernemers die betalen met PIN aan hun klanten aanbieden, is niet in strijd met de Mededingingswet. Dit heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) vandaag in een informele zienswijze bekend gemaakt.

Dit Convenant maakt een einde aan het slepende conflict tussen de detailhandel en de banken over de kosten van pinnen aan de toonbank. Daarnaast vormt het convenant de basis voor de deelnemende partijen om samen plannen te maken om het betalingsverkeer maatschappelijk efficiënter, veiliger en goedkoper te maken.

Het Convenant bestaat uit drie afspraken:
Elke onderneming die pinnen als betaalmogelijkheid aanbiedt, krijgt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005, ten minste 1 eurocent per transactie korting op het individueel tussen bank en onderneming uitonderhandelde pintarief (gemiddeld 5 cent per transactie). Ondernemingen die na 1 januari 2005 pinnen aanbieden krijgen eveneens de minimale korting.

Daarnaast wordt een zogenaamd "innovatiefonds" opgericht om het betalingsverkeer efficiënter te maken. Dit fonds heeft EUR 10 miljoen in kas, gefinancierd door de banken.

Tevens hebben partijen het voornemen geuit om samen innovatieve plannen te ontwikkelen om het betaalgedrag van consumenten en zakelijke rekeninghouders efficiënter te maken.
Op basis van de door de partijen verstrekte informatie heeft de NMa in de informele zienswijze aangegeven dat de in het Convenant voorgenomen kortingsregeling de mededinging niet beperkt. Het betreft een korting van minimaal 1 eurocent. Dit betekent dat elke bank een hogere korting kan geven. Het staat de banken vrij om hun eigen tarieven en hogere kortingen te bepalen, waardoor de concurrentie op de PIN-tarieven blijft bestaan. Het voorgenomen overleg over maatregelen om het betalingsverkeer efficiënter te maken is toegestaan mits dit niet het doel of effect heeft dat de mededinging wordt beperkt. Over de voorgenomen plannen om het betaalgedrag efficiënter te maken, kon de NMa nog geen uitspraken doen aangezien nog niet bekend is welke maatregelen dit betreft.

De NMa zal in het kader van haar toezichthoudende taken de marktontwikkelingen volgen. De NMa heeft overigens structureel aandacht voor de financiële sector. Zo geeft de NMa jaarlijks haar visie op de concurrentie in de financiële sector door middel van de publicatie van de Monitor Financiële Sector welke in 2003 is opgezet met steun van het ministerie van Financiën. In de NMa-Agenda 2003, 2004 en 2005 is de financiële sector aangewezen als een van de prioritaire aandachtsgebieden.

De NMa geeft een informele zienswijze om marktpartijen helderheid te geven over een bepaalde mededingingsvraag. Een informele zienswijze is geen formeel besluit en wordt opgesteld op verzoek van partijen en op basis van door deze partijen verstrekte informatie. De NMa geeft alleen een zienswijze wanneer sprake is van een nieuwe rechtsvraag en van een groot maatschappelijk en/of economisch belang. Daarnaast moet het voor de NMa mogelijk zijn een adviesbrief op te stellen op basis van de door de verzoeker verstrekte informatie, dus zonder dat er nader feitelijk onderzoek van de NMa nodig is.

bron:NMA

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular