Minister Karla Peijs van Verkeer en Waterstaat en wethouder Stefan Hulman van de stadsregio Rotterdam ondertekenen op donderdag 16 juni 2005 een convenant met afspraken over groot onderhoud aan het metrosysteem van Rotterdam. Peijs stelt 570 miljoen euro beschikbaar voor de Erasmuslijn en Calandlijn. De regio en de gemeente dragen zelf 15 procent van de totale kosten bij. Dit betekent voor Stadsregio Rotterdam en de gemeente Rotterdam een bijdrage van 100 miljoen euro.

Op 25 mei jongstleden heeft de minister een soortgelijk convenant ondertekend met het Regionaal Orgaan Amsterdam, waarin de minister 614 miljoen euro voor de Amsterdamse Oostlijn, Ringlijn en Amstelveenlijn ter beschikking stelde.

De rijksbijdrage valt binnen de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU), die op 1 januari 2005 in werking is getreden. Deze regeling is een uitwerking van het kabinetsbeleid om de verantwoordelijkheid voor verkeer en vervoer te decentraliseren. De regio's mogen de fondsen uit de BDU naar eigen inzicht besteden aan verkeer- en vervoersbeleid. Met het geld voor onderhoud en vervanging van metrosystemen dat minister Peijs beschikbaar stelt, kan de regio Rotterdam dan ook naar eigen inzicht prioriteiten stellen en projecten in de tijd plannen. Dat scheelt veel overleg - en dus bureaucratie - met de rijksoverheid.

De afspraken betreffen alleen metrosystemen van và³à³r 1 januari 1998. Het geld is bedoeld voor verbetering en vernieuwing van rails en leidingen, seinen en telecom, stations en andere gebouwen, en de veiligheid in tunnels.

bron:VenW

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular