Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Irene is op zondag 8 mei op de Kneuterdijk in Den Haag aanwezig bij een defilà© van ruim 100 veteranen van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene. Aan het defilà© nemen ook 300 militairen van de garderegimenten Grenadiers en Jagers, Fuseliers Prinses Irene en het Korps Mariniers deel. Deze parate eenheden van de krijgsmacht voeren hun vaandels mee en zijn gekleed in de kleurrijke ceremoniële tenues, zoals die ook op Prinsjesdag en bij staatsbegrafenissen worden gedragen.
Het defilà©, dat wordt afgenomen door de Inspecteur-generaal van de Krijgsmacht, Luitenant-generaal Ad van Baal, wordt voorafgegaan door het Fanfarekorps van de Koninklijke Landmacht in de ceremoniële uitmonstering van het Regiment Limburgse Jagers.
Het defilà© vindt plaats, omdat precies 60 jaar geleden op 8 mei 1945 de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene als eerste geallieerde eenheid de residentie en regeringszetel Den Haag binnentrok.
De Prinses Irene Brigade werd op 11 januari 1941 opgericht in het Engelse Porthcawl om samen met de geallieerden de strijd aan te binden tegen de Duitsers. De brigade bestond uit naar Engeland uitgeweken militairen, waaronder veel mariniers en Engelandvaarders. Op 26 augustus 1941 reikte koningin Wilhelmina een vaandel uit, waarbij zij de brigade het recht verleende zich Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene te noemen. De naam Irene betekent "Zij die vrede brengt" en prinses Irene was na haar geboorte, toen ons land gemobiliseerd was, het petekind van het Nederlandse leger geworden. Twee maanden na D-day landden ruim 1200 mannen van de brigade op de Normandische kust. In september 1944 overschreed de Irenebrigade de Nederlandse grens en nam deel aan de bevrijding van Tilburg. In de winter van 1944 werd slag geleverd in Zeeland op Walcheren en Noord- en Zuid-Beveland. Vlak voor de bevrijding was de brigade aan de Maas bij Hedel in hevige gevechten met de Duitsers verwikkeld. Op 8 mei 1945 trok de Prinses Irene Brigade de regeringsstad Den Haag binnen. Op 13 juli 1945 werd de brigade in de Haagse Julianakazerne ontbonden. Bij die gelegenheid hechtte prins Bernhard de Militaire Willemsorde 4e klasse aan het vaandel.
De traditie van de Koninklijke Nederlandse Brigade Prinses Irene wordt heden ten dage voortgezet door het garderegiment Fuseliers Prinses Irene. Dit regiment draagt, omdat de oorsprong in Engeland ligt, als ceremonieel tenue de kenmerkende rode jas van de Britse infanterie en op de piekhelm de Invasiester, die herinnert aan de landing in Normandië.
Voorafgaand aan het defilà© op de Kneuterdijk, dat om ongeveer 15.30 uur begint, vindt er om 15.00 uur bij het Nationaal Monument van Koningin Wilhelmina voor het Paleis Noordeinde een kranslegging plaats. Dit gebeurt door veteranen van de Prinses Irene Brigade en van de Grenadiers en Jagers. Deze laatsten vochten in de meidagen van 1940 in de Slag om de Residentie en wisten door de herovering van de vliegvelden Ypenburg en Ockenburg
te voorkomen, dat koningin Wilhelmina en de Nederlandse regering in Duitse gevangenschap werden weggevoerd.
Na het defilà© op de Kneuterdijk legt prinses Irene een krans bij de door prins Bernhard onthulde herinneringsplaquette van de intocht van de Prinses Irene Brigade aan de muur van de Grote of St. Jacobskerk.
bron:Gemeente Den Haag