Een unanieme Sociaal Economische Raad(SER) heeft vrijdagochtend het advies Wegnemen belemmeringen voor doorwerken na 65 jaar vastgesteld. Als een werknemer en zijn werkgever dit beiden willen, moet het volgens de raad mogelijk zijn om ook na het bereiken van de AOW-leeftijd door te werken. In het advies wijst de SER de mogelijkheid van een flexibilisering van de AOW-leeftijd af.

De inschakeling van 65-plussers in het arbeidsproces moet gestimuleerd worden, zei kroonlid Irene Asscher . Niet alleen omdat dat goed is voor de economie als geheel, ook omdat het goed is voor de ontplooiing van 65-plussers zelf, en omdat het hen een mogelijkheid biedt om hun inkomen aan te vullen. Dat laatste is zeker belangrijk voor mensen die een AOW-gat hebben doordat ze te kort in Nederland gewoond hebben en dus te weinig AOW-premie hebben betaald.

Zij diende namens de kroonleden nog een amendement in op het conceptadvies om de rol te benadrukken die Europese gelijkebehandelingswetgeving speelt bij het maken van onderscheid naar leeftijd, zoals bij het voorstel voor beperking van de loondoorbetalingsplicht het geval is.
Het aantal 65-plussers dat doorwerkt, is al aan het stijgen, constateerde directeur Jan-Willem van den Braak die namens de ondernemersleden het woord voerde. Van de groep tussen de 65 en de 70 is 5 procent aan het werk. Van de groep tussen de 70 en de 75 2,5 procent. Hij wees erop dat ouderenbeleid steeds meer plaatsmaakt voor een algemeen beleid dat inspeelt op de individuele behoeften van medewerkers, ongeacht hun leeftijd. Van den Braak benadrukte nog eens waarom een flexibilisering van de AOW-leeftijd geen goed idee is. Het is niet alleen technisch erg ingewikkeld, maar kan er ook toe leiden dat ouderen gedwongen eerder hun AOW opnemen waardoor ze ook de rest van hun leven van een lagere AOW-uitkering moeten rondkomen. Van den Braak wees erop dat in dit advies de AOW-leeftijd zelf niet ter discussie wordt gesteld maar dat de SER zich daar in het komende middellangetermijn advies wel over uit zal laten.
Vice-voorzitter Rienk van Splunder van het CNV, die namens de drie vakcentrales het woord voerde, wees er nog eens op dat het bij het verhogen van de arbeidsparticipatie van ouderen vooral moet gaan om de groep onder de 65. Hij benadrukte dat de leeftijd waarop de gemiddelde Nederlander stopt met werken al is gestegen naar 61. Volgens hem kan die nog verder omhoog als werkgevers wat meer zouden doen aan preventie van werkloosheid en arbeidsongeschiktheid en het aanbieden van goede regelingen om arbeid en zorg te combineren.
Van Splunder nam alvast een voorschot op de discussie over de eventuele verhoging van de AOW-leeftijd die aan orde komt in het MLT-advies. Hij maakte duidelijk dat de vakcentrales niets voelen voor een verhoging. “De inzet is duidelijk: de AOW-gerechtigde leeftijd is niet alleen 65 jaar maar blijft ook 65.”
Voorzitter Kees Goudswaard van de commissie die het advies had voorbereid, benadrukte nog eens dat het amendement van de kroonleden niets afdoet van het feit dat de prioriteit in dit advies gelegd wordt bij het inschakelen in het arbeidsproces van oudere werknemers onder de 65. Vervolgens bleek de hele raad zich in het amendement te kunnen vinden, waarna het advies unaniem werd vastgesteld.
bron:SER

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular