In Nederland wordt naar schatting jaarlijks voor 18,5 euro miljard witgewassen, zo stelt een onderzoek naar criminele geldstromen. 14,7 miljard zou afkomstig zijn van in het buitenland gepleegde criminaliteit, 3,8 miljard van Nederlandse criminaliteit. De belangrijkste witwaskanalen zijn investeringen in vastgoed, over- en onderfacturering bij internationale handel en witwassen via bijzondere financiële instellingen. Het onderzoek is verricht door de Utrecht School of Economics in opdracht van het ministerie van Financiën.

Er is internationaal weinig bekend over criminele geldstromen. Cijfers die internationaal worden gebruikt, zijn nauwelijks onderbouwd en er wordt weinig onderzoek gedaan naar de economische effecten van criminele geldstromen. Het onderzoek, dat in opdracht van het ministerie van Financiën is verricht door de Utrecht School of Economics (USE) in samenwerking met de Australian National University, geeft een nieuwe schatting van de in Nederland gegenereerde en de uit het buitenland afkomstige criminele gelden. Dit is gedaan aan de hand van het wereldmodel voor criminele geldstromen van de Australische onderzoeker John Walker, een autoriteit op dit terrein. De USE, onder leiding van Prof. Dr. Brigitte Unger, heeft dit model verfijnd en toegepast op Nederland met behulp van bestaande gegevens over criminaliteit en criminele geldstromen. Ook na deze verfijning is het een tentatief model dat zeker nog een goede empirische onderbouwing nodig heeft.

 

Volgens dit model levert criminaliteit in Nederland jaarlijks ten minste 8,6 miljard euro aan witwasgelden op, waarbij het overgrote deel (ruim 70%) afkomstig is van een of andere vorm van fraude. Fraude is echter een zeer breed begrip (variërend van professionele financieel-economische fraude tot uitkeringsfraude en zwart werk). Daardoor is dit getal met grote onzekerheid omgeven en zullen de economische effecten, afhankelijk van de fraudevorm sterk uiteen lopen. Op de tweede en derde plaats komen drugscriminaliteit (goed voor ongeveer 20% van de witwasgelden) en overige vormen van criminaliteit (10%).
Verder blijkt uit het Walker-model dat grensoverschrijdende witwasstromen omvangrijker zijn dan witwasstromen afkomstig uit criminaliteit die in Nederland is begaan. 3,8 miljard euro is afkomstig uit criminaliteit in Nederland (de overige 4,8 miljard euro vloeit weg naar het buitenland). 14,7 miljard afkomstig van buitenlandse criminaliteit. Dit brengt het totaal op 18,5 miljard euro. Dat is inclusief fraude.
Volgens de onderzoekers is er relatief veel bekend over witwassen in kleine volumes, maar relatief weinig over witwassen in grote volumes, zoals misbruik van handelsstromen, investeringen in vastgoed en witwassen via bijzondere financiële instellingen (financieringsmaatschappijen en trustkantoren die deze financieringsmaatschappijen aansturen). Internationaal gezien is Nederland volgens de onderzoekers een relatief aantrekkelijk land om geld wit te wassen, net als veel andere westerse landen. Volgens het onderzoek staat NL met landen als Duitsland en Frankrijk op de zevende plaats van scores van aantrekkelijke landen om wit te wassen. De relatieve aantrekkelijkheid wordt volgens het Walker-model veroorzaakt door de hoge welvaart, een goed ontwikkeld financieel stelsel, een stabiele regering, de handelsrelaties en het aantrekkelijke fiscale klimaat.

Het onderzoek onderscheidt drie soorten economische effecten van witwassen. In de eerste plaats allocatieaffecten ofwel prijsverstoringen, bijvoorbeeld op de onroerendgoedmarkt of bij misbruik van internationale handelsstromen.

In de tweede plaats groei-effecten. Deze kunnen negatief (verstoring van de  economische processen, kosten van de achterliggende criminaliteit) zijn, maar ook licht positief (witwassen als bron van economische bedrijvigheid). Op de lange termijn zijn de economische effecten echter altijd negatief. Criminelen die Nederland alleen gebruiken om geld wit te wassen, leren hier de weg kennen en zullen uiteindelijk een deel van hun criminele activiteiten naar Nederland verplaatsen. Bovendien maakt witwassen criminaliteit lonend en tast witwassen het vertrouwen aan in de economische en politieke instituties.
De resultaten van het onderzoek zijn voor de verantwoordelijkheid van de onderzoekers. Het ministerie van Financiën is echter van mening dat de onderzoekers erin geslaagd zijn een heldere schets te geven van de indicatieve omvang, aard en problemen van criminele geldcirculatie in Nederland.
Misbruik door criminelen van het financiële systeem in Nederland wordt op
verschillende manieren bestreden. De Wet toezicht trustkantoren (Wtt), die op 1 maart 2004 in werking is getreden, helpt misbruik van bijzondere financiële instellingen voor witwassen tegen te gaan. Momenteel worden in reactie op het rapport 'Uit onverdachte bron' maatregelen genomen om de effectiviteit van de MOT-keten in de witwasbestrijding in Nederland te verhogen en financieel rechercheren een prominentere plaats in de opsporing te geven. Zo is in dit kader de samenwerking tussen de Nationale Recherche en de FIOD-ECD bij de bestrijding van witwassen geïntensiveerd. Daarnaast kent de Belastingdienst sinds twee jaar een meldplicht voor bij het toezicht aangetroffen witwasgerelateerde situaties. Verder werkt de Belastingdienst samen met politie, KLPD en gemeenten in onderzoeken naar de verwevenheid tussen vastgoed en criminaliteit. Ook geeft de Belastingdienst geen ruling af als het vermoeden bestaat dat sprake is van criminele gelden. Het Openbaar Ministerie wordt in die gevallen geïnformeerd. In internationaal verband (waaronder de FATF) zal Nederland een voortrekkersrol blijven spelen in de ontwikkeling van zogenaamde 'witwastypologieën' (kenmerken van het witwasproces). Daarnaast participeert het ministerie van Financiën in een onderzoek van de Wereldbank naar grensoverschrijdende particuliere geldstromen.
Minister Zalm zal op basis van een nadere analyse van het rapport onderzoeken of en zo ja welke aanvullende maatregelen nodig zijn.
bron:MinFin

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular