Het kabinet is van plan een landelijke databank te ontwikkelen voor sporen, zoals DNA, vingerafdrukken en kogels. Het WODC schrijft in een rapport dat die databank jaarlijks op kwaliteit moet worden gecontroleerd. Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) heeft de mogelijkheden en beperkingen van een landelijke sporendatabank onderzocht. De ontwikkeling van zo'n databank maakt deel uit van het veiligheidsprogramma 'Naar een veiligere samenleving'.

In de databank wordt informatie opgeslagen van verschillende sporen, zoals vingerafdrukken, DNA, kogels en digitale sporen. De politie kan het systeem gebruiken om de sporen van verschillende delicten met elkaar te vergeleken, met elkaar in verband te brengen en op te helderen. Het WODC beschrijft in het rapport een aantal principes waarmee rekening gehouden moet worden. Zo moeten hoge eisen worden gesteld aan de sporen die de politie aanlevert. Ook is er een jaarlijks extern onderzoek nodig naar de kwaliteit van het systeem en de informatie die daarin is opgeslagen.
Verder is er volgens het WODC bij een landelijk systeem goede coördinatie nodig, omdat verschillende korpsen kunnen gaan werken aan dezelfde onopgeloste zaken. Het systeem zou agenten moeten helpen erbij stil te staan dat de sporeninformatie betrekkelijk en zelfs feilbaar kan zijn. Ook stelt het WODC dat het systeem moet bijdragen aan alternatieve hypothesen over de toedracht van een misdrijf. Analyse aan de hand van meerdere spoorsoorten moet voorkomen dat de politie afhankelijk wordt van een bepaald spoor en een bepaalde technologie.
bron:WODC

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular