In Darfur moeten nog steeds teveel mensen het stellen zonder water, is
onvoldoende voedsel beschikbaar, worden hulpkonvooien aangevallen en is
de veiligheidssituatie voor zowel de vluchtelingen als voor de
hulpverleners zorgwekkend. Vooral vrouwen zijn het slachtoffer van
intimidatie en verkrachting. Dat concludeert Minister Van Ardenne voor
Ontwikkelings-samenwerking aan het eind van haar 4-daags bezoek aan
Sudan. Nederland zal via de internationale hulporganisaties 30 miljoen
euro bijdragen om de humanitaire noden te lenigen. 'Maar dat is
volstrekt onvoldoende. Ik roep de andere donoren op om ook hun deel bij
te dragen. Daarmee kunnen we laten zien dat een mensenleven in de door
de Tsunami getroffen gebieden evenveel waard is als een mensenleven in
Darfur', zegt Van Ardenne.
Van Ardenne is ook zeer teleurgesteld over het uitblijven van een
voortvarende uitvoering van het vredesakkoord Noord-Zuid. Dit akkoord
is op geen enkele manier benut om het conflict in Darfur op te lossen.
Het is van het grootste belang dat nu spoedig een nieuwe regering wordt
gevormd. Van Ardenne: 'Met het aannemen van drie resoluties door de
Veiligheidsraad, met de verdere uitbreiding van de Afrikaanse Unie, en
met alle humanitaire hulpinspanningen, doet de internationale
donorgemeenschap wat verwacht mag worden. Er is geen enkel argument
meer voor de Sudanese regering en de rebellen om weg te blijven van de
onderhandelingstafel in Abuja om daar een politieke oplossing voor
Darfur te vinden.' Het stoppen van het geweld in Darfur is van belang
voor de mensen daar, voor de vrede in heel Sudan en niet in de laatste
plaats voor het welslagen van de donorconferentie voor Sudan over een
week in Oslo. Nederland blijft 100 miljoen beschikbaar houden voor de
wederopbouw van Sudan, maar zal dat pas besteden als er sprake is van
stabiliteit in Darfur.
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking heeft in Darfur kunnen zien
dat waar de Afrikaanse Unie aanwezig is, de situatie verbetert. De drie
helicopters die met financiële steun van Nederland zijn ingezet, worden
intensief en zeer goed benut door de AU-missie. Om de veiligheid in
Darfur verder te verbeteren, moet de AU-missie snel worden uitgebreid.
Van Ardenne denkt dat een verdubbeling nodig is van de nu toegezegde
3200 Afrikaanse militairen. En de minister constateert dat de
toerusting van de AU-missie te wensen overlaat: gebrek aan
transportmiddelen, gebrek aan communicatiemiddelen en gebrek aan
hoogwaardige informatiediensten. Van Ardenne heeft de AU toegezegd dat
Nederland bereid is, waar nodig, meer bij te dragen dan de tot nog toe
beschikbaar gestelde 8 miljoen euro.
Van Ardenne heeft in Darfur gesproken met de Afrikaanse Unie, met de
Sudanese regering, met de SLA-rebellen en met vertegenwoordigers van de
hulpverleningsorganisaties. In de vluchtelingenkampen sprak de minister
met verschillende vrouwen en hulpverleners in noodhospitalen. Van
Ardenne: 'In het contact met de Sudanese vrouwen ben ik opnieuw geraakt
door de veerkracht van deze vrouwen. Ondanks hun afschuwelijke
vluchtverhalen, willen zij toch de blik op de toekomst richten en gaan
ze aan de slag, bijvoorbeeld met het maken van rietmanden. Ze hopen
door de verkoop op de locale markt zo straks weer in een eigen inkomen
te voorzien.' Van Ardenne is ook onder de indruk van de moed en het
doorzettingsvermogen van de hulpverleners, die vaak onder uiterst
moeilijke omstandigheden hun werk moeten doen.
Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken