In het tweede kwartaal van 2006 waren er 83 duizend banen van werknemers meer dan in hetzelfde kwartaal van 2005. Deze toename is iets groter dan in het eerste kwartaal van 2006. De loonkosten per arbeidsjaar waren in het tweede kwartaal 0,6 procent hoger dan een jaar eerder. Lagere werkgeverslasten dempen de stijging van de loonkosten. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.
Vooral meer werk bij zakelijke dienstverleners en in de zorg
Veruit de meeste banengroei vond plaats in de zakelijke dienstverlening. Door de aantrekkende economie ontstaan extra banen die door veel werkgevers voorlopig worden ingevuld met uitzendkrachten. Maar ook andere zakelijke dienstverleners hebben meer personeel in dienst. Het gaat onder meer om accountants-, advocaten-, en ingenieursbureaus en ICT-bedrijven. Daarnaast blijft de zorg een belangrijke banenmotor met 25 duizend extra banen. Ook in de handel en de horeca zijn er banen bijgekomen. In de industrie, de bouw en bij het vervoer en de overheid verdwijnen nog steeds banen.
Kwartaalgroei banen 23 duizend
Het aantal banen kent een duidelijk seizoenpatroon. Na correctie hiervoor was het aantal banen van werknemers in het tweede kwartaal 23 duizend hoger dan in het eerste kwartaal van 2006. Deze toename is minder dan in het eerste kwartaal, maar hoger dan in de daaraan voorafgaande kwartalen. Het tweede kwartaal van 2006 is het vijfde kwartaal op rij met banengroei.
Lagere werkgeverslasten drukken de loonkosten
De lonen en salarissen per arbeidsjaar waren in het tweede kwartaal 1,1 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal van 2005. Door lagere werkgeverspremies voor (pre)pensioen en arbeidsongeschiktheid bleef de werkelijke loonkostenstijging beperkt tot 0,6 procent per arbeidsjaar. Dit is meer dan in het eerste kwartaal toen de stijging slechts 0,2 procent bedroeg. De loonkostenstijging in het eerste halfjaar van 2006 is historisch gezien laag.
De loonkostenstijging in het tweede kwartaal van 2006 was met 1,1 procent het hoogst in de zakelijke dienstverlening. De loonkosten daalden licht in de landbouw en het onderwijs.De cijfers over het eerste kwartaal zijn herzien van een loonkostenstijging van 1,0 procent per arbeidsjaar naar 0,2 procent.
bron:CBS