De raadkamer van de rechtbank Rotterdam
heeft op 13 februari het beklag van het Erasmus Medisch Centrum
(EMC) tegen de inbeslagneming van het medisch dossier en andere
behandelingsgegevens van een in juli 2005 overleden patiënte
ongegrond verklaard. De patiënte die aan een erfelijke
spierziekte leed, overleed nadat bij haar in juni 2005 een
pacemaker was geplaatst. Kort voordat zij overleed was zij vanwege
klachten onderzocht in het ziekenhuis en daarna weer naar huis
gestuurd. De echtgenoot van de patiënte heeft in augustus 2005
aangifte gedaan van ‘dood door schuld’.

De raadkamer is van oordeel dat er in deze
zaak (AZ8512) voldoende grond is voor een redelijk vermoeden van
schuld. De raadkamer is het met het EMC eens dat het EMC
verschoningsrecht toekomt, maar vindt doorbreking van dat recht
gerechtvaardigd op grond van de uitzonderlijke omstandigheden van
dit geval.

In een tweede beklagzaak van het EMC
oordeelt de raadkamer dat het beklag gegrond is en gelast teruggave
van het medisch dossier en andere in beslag genomen gegevens. Deze
zaak (AZ8514) betrof een patiënte die in 2002 is overleden als
gevolg van complicaties bij een ziekteproces.In deze was er geen
redelijk vermoeden van dood door schuld en waren de verzoeken en
daarna de vordering tot inbeslagname niet gebaseerd op een
bevoegdheid uit het Wetboek van Strafvordering. In beide zaken
waren de dossiers en de overige bescheiden in een gesloten envelop
afgegeven en was bepaald dat de envelop niet zou worden geopend
gedurende de termijn waarin het mogelijk was om beklag tegen de
inbeslagneming te doen.

Bron: Rechtbank Rotterdam

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular