De provincies Zuid Holland, Utrecht en Noord Holland hebben samen het
door hen opgesteld beleidsplan voor Het Groene Hart aangeboden aan
minister Veerman. Daarmee krijgt het beleid dat met het rijk was
afgesproken concreet vorm.

De provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland overhandigen op
1 maart 2005 ´De Balans van het Groene Hart' aan minister Veerman,
verantwoordelijk voor het Groene Hart. Met deze aanbieding zetten de
drie Groene Hart provincies, een half jaar na ondertekening van de
intentieovereenkomst met het Rijk, de eerste stap om het beleid van het
Groene Hart tot uitvoering te laten komen.

In de Balans is een
complete gezamenlijke inventarisatie van de drie provincies van beleid,
lopende projecten en financiële kaders opgenomen. Het rapport
beschrijft de veranderingen die nodig zijn om de opdracht uit de Nota
Ruimte van het Rijk succesvol te realiseren. De Balans vormt daarnaast
de basis voor het gesprek met de Rijksoverheid over de wijze waarop de
opdracht het best kan worden uitgevoerd en de randvoorwaarden die
daarvoor nodig zijn. Stuurgroepvoorzitter mevrouw Lenie Dwarshuis
onderstreept bij deze gelegenheid de brede gezamenlijke wil om er samen
wat van te maken: ´de provincies Zuid-Holland, Utrecht en Noord-Holland
ontwikkelen samen met andere partijen een landschappelijk mooi,
ecologisch waardevol en economisch vitaal Groene Hart.'

Het
initiatief van de provincies past in het huidige Rijksbeleid, waarbij
het Rijk de kaders formuleert en de provinciale overheden zorgen dat
deze verder worden ingevuld. Minister Veerman complimenteert de
provincies dan ook met het rapport. ´De provincies hebben hun
verantwoordelijkheid goed opgepakt. Er is contact gelegd met alle
betrokken partijen, zoals gemeenten, maatschappelijke organisaties en
waterschappen. Allen zijn gebaat bij planologische duidelijkheid. De
Rijksdoelen in het Rijksprogramma Groene Hart staan helder geagendeerd
in de Balans. We zijn zoekende naar slimme mechanismen om
ontwikkelingen met respect voor het landschap vanzelfsprekend te maken.
De Balans vormt hiervoor een prima basis.'

Het nu
gepresenteerde rapport is het eerste resultaat van de nieuwe
gezamenlijke aanpak Groene Hart onder leiding van de Stuurgroep Groene
Hart, bestaande uit de gedeputeerden mevrouw Lenie Dwarshuis en de
heren Jan Pieter Lokker, Patrick Poelmann en Leen van der Sar. Deze
aanpak vloeide voort uit een intentieovereenkomst met het Rijk in juni
2004. Doel daarvan was om in een nieuwe verdeling van
verantwoordelijkheden tussen Rijk en provincie te komen tot afrekenbare
afspraken om het beleid voor het Groene Hart tot uitvoering te laten
komen.

De drie Groene Hart provincies hebben gezamenlijk de
handschoen opgepakt en zoeken daarbij naar nauwe samenwerking met
gemeenten, waterschappen, belangenorganisaties en particuliere
initiatiefnemers. Ook het Rijk is hierbij betrokken. Mevrouw Dwarshuis
vraagt daarom alle betrokkenen om gezamenlijk invulling te geven aan de
nieuwe aanpak. ´Met de Balans hebben we de basis gelegd voor het
Ontwikkelingsprogramma dat medio 2005 wordt opgesteld. Eind 2005
verwacht ik het Uitvoeringsplan, dat moet leiden tot concrete afspraken
met uitvoerende organisaties. Nauwe samenwerking met alle partijen
vormt de sleutel tot succes. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde
doel: het behoud van het unieke open landschap door te werken aan de
economische vitaliteit van het gebied.

De
Balans bevat uitgangspunten voor ruimtelijke opgaven, projecten,
financiering en organisatie. De uitvoering van het Groene Hart beleid
staat centraal. De drie provincies pleiten voor een gebiedsgerichte
benadering, waarbij verschillende gebieden verschillende
ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Variërend van behoud en versterking
van het huidige landschap tot ruimte voor wonen, werken en mobiliteit.
Het Groene Hart wordt hierbij expliciet als onderdeel van de gehele
Randstad opgevat. Belangrijke opgaven zijn de toekomst van het
veenweidelandschap en het water (waterbeheer en waterberging).
Gezamenlijk met het Rijk onderzoeken de provincies voor deze
onderwerpen de investeringsbehoefte op langere termijn. Ook krijgt een
aantal gebieden, zoals de Oude Rijn zone, een kwaliteitsverbetering in
combinatie met wonen en werken. Nieuw is ook dat de provincies voor
financiering nadrukkelijk zoeken naar samenwerking met marktpartijen,
zoals bijvoorbeeld projectontwikkelaars. Nieuwe financiële constructies
moeten zorgen voor een langdurige continuïteit van projecten.

Bron: Ingezonden bericht

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular