Veel gemeenten hebben te weinig aandacht voor de kwaliteit van het werk in sociale werkplaatsen. Dat oordeelt de Inspectie Werk en Inkomen (IWI) in haar rapport 'Kwaliteit van arbeid: een kwestie van zorg'dat vandaag aan de Eerste en Tweede Kamer is aangeboden. IWI heeft onderzocht of gemeenten hun verantwoordelijkheid voor de uit-voering van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) goed invullen.
Gemeenten moeten ervoor zorgen dat medewerkers in sociale werkplaatsen aangepast werk krijgen en dat ze zich in hun werk kunnen ontwikkelen, zodat ze capaciteiten krijgen die ze nodig hebben voor een reguliere baan. IWI wilde weten of gemeenten daar beleid voor hebben geformuleerd en of ze voldoende sturen op de uitvoering daarvan.
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste gemeenten de zorg voor de kwaliteit van het werk overlaten aan de directeuren van sociale werkplaatsen. Het gemeentebestuur kan invloed uitoefenen op de sociale werkplaatsen door beleid te formuleren en hierop te sturen. Dat gebeurt echter onvoldoende: van de gemeenten die aan het onderzoek hebben meegewerkt, heeft tweederde beleid vastgesteld op het terrein van de kwaliteit van de arbeid. Ongeveer de helft hiervan heeft in het beleid alle aspecten meegenomen die daarbij van belang zijn. Slechts weinig gemeenten sturen de sociale werkplaatsen op dit onderwerp aan, bijvoorbeeld door middel van prestatiecontracten. De meeste gemeenten hebben meer aandacht voor sturing op financiën en exploitatie van de sociale werkplaats. Als gevolg hiervan is onvoldoende gewaarborgd dat medewerkers daadwerkelijk de gewenste capaciteiten ontwikkelen.
In Nederland werken ruim 90.000 arbeidsgehandicapten onder aangepaste omstandigheden, in het kader van de Wet sociale werkvoorziening. Jaarlijks is hiermee ruim twee miljard euro rijkssubsidie gemoeid.
bron:IWI