Humanitas bestaat dit jaar 60 jaar. In het magazine van Humanitas dat vrijdag verschijnt wordt teruggekeken naar de ontwikkelingen in het vrijwilligerswerk van de afgelopen jaren.

Nederland was in de jaren vijftig verzuild en iedere stroming had haar eigen organisaties op alle terreinen van het maatschappelijk leven: in de politiek, de vakvereniging, het onderwijs, de gezondheidszorg, de media, de jeugdbeweging, noem maar op. Tussen de rooms-katholieke, protestants-christelijke, de socialistische en de neutrale of liberale zuilen bestonden strikte scheidingen. Humanitas werkte op humanistische grondslag. Maar wat hield dat precies in? De meeste vrijwilligers deden hun werk en braken hun hoofd niet over de uitgangspunten. Maar bestuursleden deden dat wel. De discussie brandde eind jaren vijftig goed los: was Humanitas een humanistische vereniging of een algemene vereniging voor buitenkerkelijken en vrijzinnig protestanten? En met wie moest men samenwerken: met humanisten of met socialisten? Met andere woorden tot welke zuil hoorde Humanitas eigenlijk? 
 
Voor de overheid was het simpel: Humanitas deed maatschappelijk werk voor niet-kerkelijken en kreeg daarom subsidie. Maar die overheid stelde ook eisen en dat leidde ertoe dat steeds meer betaalde krachten bij Humanitas in dienst kwamen: in de jeugdzorg, de gezinszorg en bij de ouderenhuisvesting. Het bestuur bleef echter uit vrijwilligers bestaan. Dat begon te wringen. Omdat de humanistische waarden (gelijkwaardigheid, verantwoordelijkheid en zelfstandigheid) algemeen geaccepteerd waren in de samenleving kon Humanitas steeds makkelijker samenwerken en groeide men toe naar grote instellingen voor maatschappelijk werk. 
 
Wanneer genezing niet meer mogelijk is en de dood onafwendbaar, is medemenselijkheid het enige wat tel. Vrijwilligers van Humanitas afdeling Alkmaar bieden deze verzachtende (palliatieve) zorg aan terminale patiënten. De vrijwilligers worden ingezet als mensen de wens hebben thuis te sterven. Zeker in de allerlaatste periode van hun leven hebben mensen behoefte aan iemand die er voor hen is, een vertrouwd gezicht. Vrijwilligers kunnen aan deze behoefte voldoen. 
 
  
De vrijwilligers worden op het werk voorbereid in een cursus van zes bijeenkomsten. In de cursus komen praktische vaardigheden, communicatie, verlies, rouw, spiritualiteit en Humanitas als organisatie aan de orde. Vervolgens is er maandelijks overleg tussen de vrijwilligers. De meeste vrijwilligers zijn de vijftig gepasseerd, maar in de nieuwe lichting zitten ook jongere mensen, onder wie een vrouw van 22. Zij studeert psychologie en is geïnteresseerd in vrijwillige terminale thuiszorg en buddyzorg. 

bron:Humanitas

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular