Het kabinet vindt dat de Nederlandse staat
geen achterstallig salaris hoeft uit te keren aan KNIL-militairen
en oud-ambtenaren uit voormalig Nederlands-Indië. Het
standpunt van het kabinet blijft daarmee onveranderd. Dit heeft het
kabinet meegedeeld aan het Indisch Platform.

Finaal gebaar

In 2000 heeft het toenmalige kabinet uit
morele overwegingen besloten om individuele uitkeringen te geven
aan ongeveer 100.000 betrokkenen (totaal bijna 160 miljoen euro).
Ook heeft het kabinet toen bijna 16 miljoen euro beschikbaar
gesteld voor collectieve doelen.

Dit was een finaal gebaar dat recht moest
doen aan de bijzondere omstandigheden waarbinnen het rechtsherstel
in Nederlands-Indië heeft plaatsgevonden.

Onderzoeken

Daarnaast zijn twee onderzoeken in gang
gezet. Ten eerste is nader onderzocht of het haalbaar is
individuele claims in behandeling te nemen voor goederen die
tijdens de oorlog met Japan zijn verloren of beschadigd. Daarnaast
is een historisch onderzoek gedaan naar leemten in de
geschiedschrijving rond de periode van de Japanse bezetting en de
kolonisatie.

Volgens het kabinet blijkt nu dat 'het
reconstrueren van op individueel niveau geleden schade niet
mogelijk is'. Ook het historisch onderzoek heeft geen nieuwe
feiten opgeleverd.

In 1956 en 1958 stelde de Hoge Raad vast
dat KNIL-militairen en oud-ambtenaren recht hadden op uitbetaling
van achterstallig loon. De Nederlandse staat kan daarvoor niet
financieel verantwoordelijk worden gesteld. Die
verantwoordelijkheid is met de soevereiniteitsoverdracht overgegaan
naar de Indonesische staat.

Het kabinet blijft bij het standpunt dat
de Nederlandse staat geen achterstallig salaris hoeft uit te keren
aan KNIL-militairen en oud-ambtenaren uit voormalig
Nederlands-Indië.

Bron: VWS

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular