Kleine notariskantoren zijn over het algemeen goedkoper dan de grote
kantoren. De notaris in de Randstad is duurder dan zijn collega in de
overige regio's. Daarnaast heeft de stijging van de tarieven in de
familiepraktijk zich verder doorgezet. De tarieven liggen gemiddeld
echter nog onder het maximumtarief voor minder draagkrachtigen. De
gemiddelde tarieven in de onroerend goedpraktijk zijn verder gedaald,
vooral voor de duurdere huizen.
Dit staat in de 'Eerste trendrapportage notariaat' van het
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het
ministerie van Justitie, die minister Donner vandaag naar de Tweede
Kamer heeft gestuurd.
In 2002 is voor de meeste consumenten niet de prijs, maar de vaste
relatie of nabijheid van een kantoor de belangrijkste reden om voor een
bepaald notariskantoor te kiezen. De verandering van vaste naar vrije
tarieven wordt steeds meer zichtbaar. Ten opzichte van 2002 (het
laatste tarievenonderzoek) is de spreiding van de tarieven verder
toegenomen. De rapportage geeft een beeld van de notariële
beroepsuitoefening in het bijzonder aspecten als kwaliteit,
integriteit, toegankelijkheid (tarief en spreiding van aanbod) en
continuïteit.
De toegankelijkheid van het aanbod aan notariële diensten is de
afgelopen jaren toegenomen. Zowel in termen van het aantal vestigingen
van kantoren, zelfstandige kantoren, als het aantal notarissen. De
groei van het aanbod is de laatste jaren wel afgevlakt.
De vraag naar notariële diensten neemt vanaf 2002 weer toe, zowel in de
familiepraktijk, als in de onroerend goedpraktijk. In 2003 maakte
ongeveer 18% van de bevolking gebruik van de diensten van een notaris.
Het aantal geslaagde studenten notarieel recht is de laatste jaren
afgenomen tot ongeveer 220 per jaar. Het aantal kandidaat-notarissen is
gedaald van 2.135 in 2001 naar 2.061 in 2004. Binnen vijftien jaar
stapt bijna de helft van de notarissen op omdat ze de leeftijd van 65
jaar bereiken.
Er kunnen zich in de toekomst problemen voordoen in het aanbod van
notarissen, gelet op de dalende aantallen studenten notarieel recht en
het dalende aantal kandidaat-notarissen. Daar komt bij dat het aantal
vrouwelijke kandidaten toeneemt (in 2004 is 58% vrouw) en deze groep
noemt meer belemmeringen om zich als notaris te vestigen.
De meeste kandidaat-notarissen vinden het geen aantrekkelijk
perspectief een notaris in een solitaire vestiging op te volgen, of
zelf een nieuwe vestiging op te starten. De meeste voorkeur gaat uit
naar het opvolgen van een notaris in een bestaande maatschap, werken in
deeltijd of als notaris in loondienst. Voor het starten van een
(zelfstandige) vestiging zien zij knelpunten in het verwerven van
marktaandeel, onzekerheid over de markt, de hoogte van investeringen
(onder andere goodwill), en de brede kennis die nodig is voor het
bieden van volledige dienstverlening. Vrouwelijke kandidaten zien
bovendien vaker belemmeringen in de combinatie van het ondernemerschap
met zorgtaken en deeltijdwerken. De belemmeringen die
kandidaat-notarissen in 2004 noemen, zijn vrijwel dezelfde als in
2002.
De bedrijfseconomische gegevens van notariskantoren laten gemiddeld
genomen in 2003 geen grote veranderingen zien in vergelijking met 2002.
Na een daling tussen 1999 en 2001 is de omzet en winst in 2002 en 2003
nagenoeg gelijk gebleven. Wel zijn de verschillen in winst en omzet
tussen de kantoren groter geworden. In 2002 was bij 52 notarissen de
financiële situatie ongunstig en 2003 bij 89 (van de ruim 1.400
notarissen).
De laatste jaren heeft de KNB initiatieven genomen om de kwaliteit van
de dienstverlening te verbeteren, zoals het opstellen van
KNB-kwaliteitsnormen en het starten van pilot-kwaliteitsaudits.
De meerderheid van zowel kandidaat-notarissen als notarissen vindt dat
de publieke taakuitoefening en daaraan verbonden waarden doorslaggevend
behoren te zijn, zoals de kwaliteit van akten, de zorgplicht, het
belang van de zwakke partij en collegialiteit. (Kandidaat-)notarissen
geven echter aan dat in de praktijk de bedrijfsmatige aspecten de
doorslag geven, zoals het belang van grote cliënten en de
winstgevendheid van akten. De meeste beroeps- en gedragsregels worden
van belang geacht, behoudens enkele uitzonderingen, zoals de full
service-regel die door ongeveer 10% van de (kandidaat-)notarissen als
minder belangrijk wordt gezien. Men is van mening dat de gedragsregels
op het eigen kantoor goed worden nageleefd, maar dat bij de
beroepsgroep die naleving is afgenomen, ten gunste van commerciële
belangen. De meeste notarissen vinden dat binnen de beroepsgroep geen
klimaat bestaat waarin notarissen elkaar aan kunnen spreken op de
naleving van beroeps- en gedragsregels.
Het aantal klachten dat de afgelopen jaren bij de KNB is ingediend, is
ongeveer gelijk gebleven. Klachten over declaraties die door de
ringvoorzitters worden behandeld, worden niet geregistreerd. Het aantal
behandelde zaken bij de Kamers van Toezicht is verdubbeld ten opzichte
van 1999 tot ruim 300 in 2003. Eà©n op de zes behandelde klachten
resulteerde in een maatregel tegen de betreffende notaris.
Consumenten zijn over het algemeen tevreden over de kwaliteit van
notariële diensten. Ontevredenheid is er wel over de onduidelijke
samenstelling en hoogte van tarieven. De meerderheid van de consumenten
is van mening dat notarissen onpartijdig, deskundig en te vertrouwen
zijn.
De trendrapportage is van belang voor de beantwoording van de vragen
die door minister Donner aan de op 9 juli jl. ingestelde Commissie
evaluatie Wet op het notarisambt (Commissie Hammerstein) zijn
voorgelegd. De bevindingen van het WODC worden onder de aandacht van de
Commissie gebracht. Aan de Commissie Hammerstein is verzocht và³à³r 1
juli 2005 advies uit te brengen. De trendrapportage wordt bij de
beoordeling van de adviezen van de Commissie Hammerstein betrokken.
Bron: Ministerie van justitie