Tijdens de begrotingsbehandeling Algemene Zaken (14 december) heeft
premier Balkenende nogmaals aangegeven dat de koningin geen gesprek zal
voeren met het ondergedoken Tweede-Kamerlid Hirsi Ali. Volgens de
premier hoort de koningin in haar optredens boven de partijen te staan,
en passen dergelijke gesprekken niet in deze rol.
De LPF is niet alleen verbaasd, maar ook verontwaardigd over deze
zienswijze. Herben: Hoe kun je nu over onpartijdigheid praten als Hirsi
Ali wordt bedreigd door moordenaars als Mohammed B.? Die vergelijking
gaat volkomen mank. Sinds wanneer is het internationaal terrorisme
partij in de Nederlandse discussie? Bovendien, door Hirsi Ali te
mijden, geef je aan moslimfundamentalisten het verkeerde signaal dat
Hirsi Ali ongewenst persoon is. De koningin mag kennelijk wel in
discussie gaan met een handjevol geselecteerde moslims in een
Amsterdams jeugdcentrum, maar geen gesprek voeren met een door
extremistische moslims bedreigde volksvertegenwoordiger. Balkenende is
hier krampachtiger dan de Nederlandse Moslim Omroep, die Hirsi Ali
uitvoerig aan het woord liet. Wat is er is mis met een gesprek van
vrouw tot vrouw?
Om de premier alsnog te bewegen toestemming te geven voor een gesprek
tussen de koningin en de ondergedoken volksvertegenwoordigers, heeft de
LPF-fractie tijdens de begrotingsbehandeling Algemene Zaken een motie
ingediend Wij vragen ons als Tweede Kamer bij voortduring af hoe we
onze collega's Ayaan Hirsi Ali en Geert Wilders een hart onder de riem
kunnen steken. Ik denk dat een gesprek met de koningin daar zeker een
positieve bijdrage aan kan leveren.
Over de motie wordt op dinsdag 21 december gestemd.
Bron: Lijst Pim Fortuyn