Minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit versoepelt donderdag 29
september de preventieve maatregelen ter voorkoming van vogelgriep. Reden voor
versoepeling is dat het risico op insleep niet toeneemt en dat de situatie in Rusland en Kazachstan onder controle lijkt te zijn. Veerman heeft advies gevraagd aan de Commissie van Deskundigen AI en aan de samenwerkende vogelorganisaties en het CIDC.
Op basis van het advies is besloten om onderscheid te maken tussen bedrijven dichtbij water(trek)vogels en bedrijven daar verder vandaan. Dus bedrijven met een hoge contactkans en bedrijven met een lagere contactkans. De laagrisicobedrijven zullen in de praktijk kunnen volstaan met het afschermen van buitenuitloop met bijvoorbeeld grofmazige netten. Daarmee wordt direct contact met wilde water(trek)vogels voorkomen. Bedrijven met een hoger risico kunnen ook (een deel van) de buitenuitloop instandhouden door het aanbrengen van netten, maar moeten die constructies aan de bovenzijde afdichten tegen het risico van insleep via uitwerpselen van wilde trekvogels.
Er is in ieder geval sprake van een hoog risico als een bedrijf in de cirkel van 1 km van foerageer- en watergebieden van trekvogels ligt. Ongeveer 10% van de bedrijven met vrije-uitloop valt onder het hoog risico. Er wordt deze week een kaart op de internetsite van het ministerie geplaatst waarop te zien is waar de risicogebieden liggen en of een bedrijf onder een hoog of onder een laag risico valt.
Veerman heeft in recente brieven aan de Tweede Kamer over de insleepdreiging benadrukt dat het gaat om een tijdelijke maatregel. Deze tijdelijkheid wordt in de eerste plaats bepaald door de ontwikkeling van de dreiging. Er zijn geen nieuwe uitbraken gemeld in Rusland en Kazachstan waardoor de situatie sinds augustus stabiel is. Ook uit de monitoring van in Nederland bemonsterd waterwild komt rustig beeld naar voren. Bij circa 5% wordt laagpathogeen virus aangetroffen.
De tijdelijkheid van de maatregel heeft verder een relatie met de periode van de
vogeltrek. In dat verband is afstemming gezocht met de Duitse deelstaten
Nordrhein-Westfalen, Niedersachsen en Meckelenburg-Vorpommern. Deze deelstaten hebben 15 september 2005 preventieve maatregelen genomen die vergelijkbaar zijn met die van Nederland, waaronder een ophokgebod voor bepaalde gebieden. Vogeldeskundigen zowel in Duitsland als in Nederland geven aan dat het hoogtepunt de vogeltrek eind november afneemt. Daarop voortbordurend zal, bij ongewijzigde omstandigheden, tegelijkertijd met beëindiging van de maatregel in de Duitse deelstaten, ook de Nederlandse maatregel per 1 december 2005 komen te vervallen.
bron:LNV