Het aantal kinderen dat ter adoptie naar Nederland komt is in 2004
gestegen tot 1307 kinderen. In 2003 was dat aantal 1154. Dit komt door
de stijging van het aantal kinderen uit China. In 2003 was dat aantal
nog 567, in 2004 was dat 800. De minister beziet of hij het aantal
beginseltoestemmingen voor interlandelijke adoptie om die reden kan
verhogen van 1500 naar 1800 per jaar. Door deze ontwikkeling ontstaat
een betere balans tussen het aantal aspirant-adoptiefouders en het
aanbod van voor adoptie geschikte kinderen. Ook wordt bekeken of de
verplichte voorlichtingscursus kan worden opgesplitst in een
groepsgewijze voorlichting, gezinsonderzoek en vervolgens het in kleine
groep voorbereiden van de adoptieouders voor de feitelijke adoptie.

De kosten van het gezinsonderzoek door de Raad voor de
Kinderbescherming worden in zn geheel doorberekend aan de
aspirant-adoptiefouders Bij de adoptie gaat het immers om een
persoonlijke en vrijwillige keuze van de aspirant-adoptiefouder om een
kind uit het buitenland te adopteren. Een wetsvoorstel wordt voorbereid.

Dit staat in een brief van minster Donner van Justitie die vandaag verzonden naar de Tweede Kamer.

De minister schrijft verder dat hij van plan is de adoptieprocedure tot
aan de afgifte van de beginseltoestemming efficiënter te maken en de
geldigheidsduur van de beginseltoestemming drie naar vier jaar te
verlengen. Ook wil de minster de mogelijkheid geven om de twee kinderen
in een keer te kunnen adopteren.

Ondanks het efficiënter maken van de procedure en het verhogen van het
aantal beginseltoestemmingen, is enige regulering van de instroom van
aspirant-adoptiefouders onontkoombaar. De reden is dat het aantal
adoptiekinderen dat naar Nederland kan komen, fluctueert.

Deelbemiddeling:
Onder het Haags Adoptieverdrag is adoptie uit een niet-verdragslanden
via deelbemiddeling in beginstel niet mogelijk. De reden is dat de
procedure minder goed controleerbaar is. De minister stelt daarom voor
om bij elke adoptie met betrekking tot de matching tussen adoptie en
ouder een akkoordverklaring vereist van de Nederlandse CA. Ook wordt er
een vragenlijst gemaakt die bij elke deelbemiddeling geldt en door de
aspirant-adoptiefouders moet worden ingevuld en voorzien van de
benodigde documenten.

Het leeftijdsverschil tussen adoptiefkind en ouder mag maximaal veertig
jaar zijn. Bij binnenkomst in Nederland moet een kind jonger zijn dan
zes jaar. De maximumleeftijd om een kind te adopteren is dus maximaal
46 jaar. De minister ziet geen reden om deze grens te wijzigen. Wel
overweegt de minister om de leeftijdgrens te verhogen naar 48 jaar in
gevallen waarin er sprake is van opvolgende opneming van een broertje
of zusje.

Voorlopig wordt de wet niet gewijzigd voor interlandelijke adoptie door
paren met hetzelfde geslacht. Uit een enquàªte onder 25 landen is
gebleken dat interlandelijke adoptie door een paar van hetzelfde
geslacht vooralsnog niet mogelijk is. De minister geeft in de brief aan
dat hij bereid is de wet aan te passen als de houding van de landen van
herkomst mocht veranderen.

Eenouderadoptie:
Bij eenouderadoptie geldt dat het kind gedurende drie jaar door de
adoptieouder moet zijn verzorgd alvorens de adoptie tot stand kan
komen. De minister vindt deze termijn te lang. Voorgesteld wordt om
deze termijn terug te brengen naar een jaar, net zoals bij adoptie door
gehuwden. Op die manier zal ook de termijn waarbinnen de partner van
een adoptieouder het juridisch ouderschap kan verkrijgen over het kind
(stiefouderadoptie) veelal worden beperkt.

Bron: Ministerie van Justitie

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular