Minister Laurens Jan Brinkhorst van Economische Zaken en minister Karla Peijs van Verkeer en Waterstaat zullen de komende tijd een visie ontwikkelen ten aanzien van de Rotterdamse haventarieven. Er zal een inventarisatie worden gemaakt van mogelijke instrumenten om het publieke belang van eerlijke marktverhoudingen en bescherming van gebonden afnemers te borgen. Brinkhorst schrijft dit vandaag in een brief aan de Tweede Kamer bij het verkennende onderzoek dat de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft gedaan naar de marktpositie van het Havenbedrijf Rotterdam. 

Aanleiding voor het NMa-onderzoek was de verzelfstandiging van het havenbedrijf per 1 januari 2004. De NMa concludeert dat het havenbedrijf op een aantal gebieden over een machtspositie beschikt en dat er een gerede kans bestaat dat zij in de toekomst misbruik zou kunnen maken van die positie. Het gaat dan vooral om de tariefstelling van havengelden voor schepen die de Rotterdamse haven aandoen. De NMa adviseert het Kabinet daarom een tariefbeleid van de haventarieven te ontwikkelen en op basis daarvan maatregelen te formuleren die ertoe bijdragen dat dit beleid wordt gerealiseerd. De NMa geeft in overweging maatregelen te treffen om controle te kunnen uitoefenen op de hoogte van de Rotterdamse haventarieven, door middel van sectorspecifiek toezicht of door andere maatregelen. 
Minister Peijs van Verkeer en Waterstaat stuurt tezelfdertijd, mede namens haar collegas van EZ, Financiën en VROM, een Contourennota Borging Nationale Belangen Mainport Rotterdam naar de Tweede Kamer, waarin zij aangeeft hoe zij de nationale publieke belangen rondom de Rotterdamse haven wil garanderen. 
 
bron:EZ

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular