De internationale organisatie die zich bezighoudt met dierenwelzijn OIE heeft nieuwe richtlijnen vastgesteld voor de export van rundvlees en ontbeend roodvlees. Onderdeel van deze richtlijnen is een landenindeling naar BSE-risico gebaseerd op drie in plaats van vijf risicocategorieën.
Bij de nieuwe indeling van landen wordt minder gekeken naar het aantal feitelijk gemelde BSE-gevallen in een land en meer naar het risico vanuit het oogpunt van getroffen veiligheidsmaatregelen en besmettingsgevaar. Er komt een categorie 'verwaarloosbaar risico' (negligible risk), een categorie 'beheerst risico' (controlled risk) en een categorie 'onbepaald risico' (undetermined risk).
De eerste categorie is voor landen zonder voorgeschiedenis met BSE met een volwaardig risicobeoordelings- en controlesysteem. De tweede categorie is voor landen die (mogelijk) BSE-gevallen hebben gehad maar die eveneens over een volwaardig risicobeheersings- en controlesysteem beschikken alsmede extra controles uitvoeren. De derde categorie is bestemd voor landen zonder voldoende waarborgen voor wat betreft risicobeoordeling en controle. Alleen deze derde categorie krijgt met handelsrestricties te maken.
Bovendien wil de OIE de internationale handel in runderproducten zonder BSE-risico versoepelen. Het gaat dan om melk en zuivelproducten, huiden, embryo's en sperma, en ontbeend spiervlees van runderen jonger dan 30 maanden die voor en na de slacht zijn goedgekeurd voor humane consumptie. Deze producten zouden verhandeld moeten kunnen worden ongeacht de BSE-status van een land.
De richtlijnen van de OIE hebben geen dwingend karakter voor de 167 aangesloten landen, maar worden wel vaak gebruikt door de WTO bij het beslechten van handelsgeschillen.
bron:Productschap Margarine