Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in 2004 de afhandeling van het aantal strafzaken wederom weten te verbeteren. Ten opzichte van 2001 heeft het OM 37.000 rechtbankzaken meer ingenomen dan in 2004.
De toename van de instroom is door het OM volledig verwerkt. Vorig jaar zijn de doorlooptijden van strafzaken (opnieuw) korter geworden en dat geldt zeker voor jeugdzaken. Bij deze zaken wordt ruim 70 procent binnen een half jaar afgedaan (2000: 48 %). De ontwikkelingen in 2004 hebben dan ook bijgedragen aan een versterking van de strafrechtelijke handhaving zoals afgesproken in het Veiligheidsprogramma. Ondanks een lopende reorganisatie bij het OM is de organisatie in staat om meer verdachten op te sporen en ze te confronteren met een passende justitiële reactie.
Meer drugs, geweld en jeugd
Ten opzichte van 2003 is de instroom van het aantal drugsdelicten vorig jaar met een kwart toegenomen (21.100 rechtbankzaken). Verder is het aantal zaken met geweld tegen personen met twaalf procent gestegen. Ook de vernielingen en openbare ordezaken vertonen een substantiële stijging (+ 8%). De toename van het aantal drugsdelicten is mede te verklaren vanuit ´de Schipholproblematiek', maar ook vanwege een actief beleid rondom het oprollen van hennepplantages. De cijfers laten zien dat politie en OM meer hebben geïnvesteerd in het aanhouden en vervolgen van degenen die zich aan geweld schuldig maken. Het aantal zaken waar jongeren bij zijn betrokken is de afgelopen vijf jaar met bijna een kwart gestegen (2004: 33.000 rechtbankzaken). Het OM heeft vorig jaar dan ook veel energie gestoken in een daadwerkelijke justitiële reactie voor jeugdigen (in 90% van alle gevallen) en de versnelling van de doorlooptijden.
Terrorisme en handhaving van de kleine norm
In 2004 is veel aandacht uitgegaan naar terroristische dreiging en de aanpak van daarmee samenhangende activiteiten; er zijn zeventien onderzoeken naar terrorisme ingesteld. De rol van de nog jonge Nationale Recherche bij de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit en terrorisme is steeds belangrijker geworden. Onder gezag van het Landelijk Parket lopen op dit moment 281 onderzoeken bij de Nationale Recherche.
In 2004 zijn 312.600 kantonzaken bij het OM binnengebracht. De grootste bijdrage aan deze toename (35.000 zaken extra) wordt geleverd door de overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV). Gemeenten en politie maken meer werk van de handhaving van de zogenaamde kleine norm. Het OM is in 2004 in staat geweest om deze stroom aan extra zaken te verwerken en zo bij te dragen aan een veiliger Nederland.
Wat voor straf is opgelegd
Vorig jaar werden in totaal 315.200 vermogenssancties opgelegd. De geldstraf blijft daarmee de meest opgelegde sanctie. Het aantal taakstraffen is in vijf jaar tijd gestegen met meer dan 80 procent tot 52.500. Een kwart van de taakstraffen wordt inmiddels buiten de rechter afgedaan door de officier van justitie, maar deze ontwikkeling heeft niet geleid tot een vermindering van het aantal door de rechter opgelegde taakstraffen en vrijheidsstraffen. Het aantal gevangenisstraffen is de afgelopen jaren sterker gestegen (+ 20 %) dan de instroom van het aantal misdrijven (+ 15%). In 2004 heeft de rechter voor 19.500 jaren vrijheidsstraffen opgelegd.
Goed Beschouwd 2005
Naast het Jaarbericht 2004 is vandaag Goed Beschouwd 2005 verschenen. In deze beschouwing wordt in een aantal artikelen door de onderzoeksafdeling van het OM ingegaan op onderwerpen die relevant zijn voor de ontwikkeling van de stafrechtelijke handhaving. In Goed Beschouwd 2005 wordt ingegaan op het beroep van officier van justitie en ´de nieuwe gestrengheid', de aanpak van veelplegers, regionale context bij prestatiecontracten, de overeenkomsten tussen griep, aids en criminaliteit en ´de interventietrap', oftewel de opbouw van straffen.
De officier van justitie
In het stuk ´De officier van justitie en De Nieuwe Gestrengheid' wordt geschetst hoe het denken over straffen en strafrechtelijke handhaving is veranderd door de jaren heen en welke gevolgen dit heeft gehad voor de taak van de officier van justitie. Het artikel stelt dat het takenpakket van de aanklager is verzwaard. De officier besteedt meer aandacht aan het slachtoffer, is dichter bij de opsporing komen te staan en opereert in een steeds complexere omgeving, waarbij rekening moet worden gehouden met externe partners.
De interventietrap
In Goed Beschouwd 2005 wordt ´de interventietrap' geïntroduceerd. Iedere trede staat voor een interventie. Hoe hoger de trede, hoe zwaarder de straf. Hoe breder de trede, hoe langer de duur naar de volgende interventie. Als de trappen voor alle delinquenten zijn bepaald, blijken er patronen te ontstaan. Delinquenten vallen uiteen in grofweg drie groepen: ´zware jongens', ´veelplegers' en ´gelegenheidsplegers'. De gelegenheidsplegers leggen relatief weinig beslag op de capaciteit van de rechterlijke macht en nog minder op de sanctiecapaciteit. Veelplegers blijken (tot nu toe) ook niet het meeste beslag te leggen op de sanctiecapaciteit. Het beslag dat deze groep legt op de capaciteit van OM en rechters is wel relatief groot. Het grootste deel van de sanctiecapaciteit wordt ingenomen door de zware jongens: zij maken 7% uit van de totale groep, maar leggen beslag op ruim 44% van de sanctiecapaciteit.
bron:OM