Op verzoek van het College van
procureurs-generaal is in januari van dit jaar een oriënterend
vooronderzoek gestart naar de Deventer moordzaak. Dit onderzoek
vindt plaats in opdracht van de hoofdofficier van justitie te
Zwolle-Lelystad. Aanleiding voor het onderzoek is informatie die
bij het College aangedragen is door met name Maurice de Hond.
Doel van het onderzoek is om na te gaan of
er sprake is van relevante feiten en/of omstandigheden in het
opsporingsonderzoek die, als ze aan het Openbaar ministerie en de
rechter bekend waren geweest, mogelijk tot een ander oordeel van de
rechter hadden geleid.
Bij de bekendmaking van de uitkomsten van
het oriënterend vooronderzoek in de Deventer Moordzaak op 13
juni jl. is door het Openbaar Ministerie aangekondigd dat op enkele
punten nader forensisch-technisch onderzoek zou worden verricht. De
aanvullende onderzoeken dienden ter verdere onderbouwing en
toetsing van de resultaten uit het oriënterend vooronderzoek.
Het betrof een aanvullend handschriftvergelijkend onderzoek naar
twee anonieme briefjes en aanvullend DNA-onderzoek. De resultaten
hiervan zijn op 6 oktober jl. bekend gemaakt.
Vervolgens is – wederom door met
name Maurice de Hond – informatie aangedragen over een mes
dat zich in het graf van de weduwe Wittenberg zou bevinden. Zowel
Maurice de Hond als de advocaat van degene die voor de moord
veroordeeld is hebben het OM verzocht nader onderzoek te verrichten
naar de aanwezigheid van een mes of etui in het graf. Dit verzoek
is gebaseerd op de verklaring van een persoon die op 16 oktober jl.
aan de politie heeft verklaard dat hem recent is gemeld dat er
mogelijk een etui met een mes in het graf verborgen zou zijn.
Daarnaast is in opdracht van Maurice de Hond door een bedrijf met
behulp van meetapparatuur onderzoek gedaan aan het graf.
Naar aanleiding van bovengenoemde
verklaring en het meetonderzoek is in opdracht van de hoofdofficier
van het parket Zwolle-Lelystad nader onderzoek ingesteld. Dit heeft
geen informatie opgeleverd die de beweringen van 16 oktober van
bedoelde persoon ondersteunen. De bevindingen uit het meetonderzoek
bieden daarvoor evenmin ondersteuning. Deze onderzoeksresultaten in
onderling verband afgewogen en tevens bezien in het licht van
eerdere resultaten van het oriënterend vooronderzoek, zijn
voor het OM op dit moment geen aanleiding om nader onderzoek aan
het graf te laten verrichten.
De onderzoeksresultaten zijn inmiddels ter
beschikking gesteld van de raadsman van de veroordeelde. Aangezien
de raadsman van de veroordeelde onlangs een verzoek tot herziening
van de zaak heeft ingediend bij de Hoge Raad is de zaak thans onder
de rechter en past het OM terughoudendheid voor wat betreft een
nadere inhoudelijke reactie.
bron:OM