Werkgevers vinden jongeren met een
afgebroken schoolopleiding vaak niet gemotiveerd genoeg om hen aan
te nemen. Ook vinden ze dat hun houding en gedrag veelal niet
passen bij het bedrijf. Als jongeren echter laten blijken dat ze
wèl gemotiveerd zijn en hun houding en gedrag kunnen
aanpassen, vinden veel werkgevers het ontbreken van een diploma
niet erg. Ze zijn dan bereid de kennis van de jongere zelf bij te
spijkeren. Dat blijkt uit een onderzoek dat staatssecretaris Van
Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag naar de Tweede
Kamer heeft gestuurd.
Jongeren zonder diploma hebben meer moeite
werk te vinden. Als de werkloosheid stijgt, lopen zij het risico
langdurig buiten spel te raken. Van Hoof heeft daarom laten
onderzoeken op wat voor manieren gemeenten nu al proberen om deze
jongeren aan het werk te helpen en welke methoden het meeste succes
hebben. Ook is onderzocht wat voor werkgevers de grootste obstakels
zijn om deze jongeren aan te nemen en welke mogelijkheden gemeenten
hebben hen aan het werk te helpen. De onderzoekers hebben onder
andere gesprekken gevoerd met mensen die betrokken zijn bij
projecten om jongeren zonder diploma te helpen een baan te
vinden.
,,We leren hem het vak wel, als hij maar
wat wil’’, is een veelgehoorde uitspraak die de
geïnterviewde personen van werkgevers te horen kregen. Volgens
hen zijn werkgevers bang dat ongemotiveerde werknemers meer
verzuimen en een slechte invloed hebben op de rest van de
werknemers en hun productiviteit. Dat geldt ook voor jongeren wier
houding en gedrag niet passen bij het bedrijf.
Bij de projecten die het meest succesvol
zijn worden jongeren intensief begeleid, zowel voor als na
plaatsing bij een werkgever. Financiële instrumenten zoals
subsidies en de no-riskpolis (die de financiële risico’s
van ziekteverzuim afdekt als werkgevers een jongere zonder diploma
aannemen) werken volgens de onderzoekers alleen in combinatie met
die intensieve begeleiding. Een andere voorwaarde voor succes is
een nauwe samenwerking tussen partijen als het CWI en gemeenten en
betrokkenheid van werkgevers bij lokale plannen om
jeugdwerkloosheid tegen te gaan. Ook concluderen de onderzoekers
dat er nòg meer aandacht moet komen voor het voorkomen van
onderwijsuitval, bijvoorbeeld door scholing en arbeidsmarkt beter
op elkaar aan te laten sluiten.
Bovenstaande bevindingen en aanbevelingen
sluiten geheel aan op het beleid dat door het kabinet is ingezet om
deze jongeren te bemiddelen naar een leer/werkbaan, schrijft
staatssecretaris Van Hoof in zijn begeleidende brief aan de Tweede
Kamer.
bron:SZW