De politie krijgt meer armslag voor de verwerking van persoonsgegevens.
De huidige regels worden verruimd en meer op de praktijk toegesneden.
Er komt meer duidelijkheid en een aantal regels wordt geschrapt om de
administratieve lasten voor de politie te verminderen.
De maatregelen moeten ertoe leiden dat de uitvoering van de politietaak
verbetert. De ministerraad heeft op voorstel van minister Donner van
Justitie ingestemd met een daartoe strekkende herziening van de Wet
politieregisters.
De politie verwerkt van veel burgers gegevens, bijvoorbeeld van degenen
die betrokken zijn bij openbare ordeverstoringen, overlast melden,
verdacht zijn, aangifte doen of om hulp vragen. De politie moet al deze
persoonsgegevens verwerken omdat ze onmisbaar zijn voor het politiewerk
dat voor een belangrijk deel drijft op een goede informatiepositie. De
huidige regels zijn daarvoor te beperkend. De knelpunten hebben vooral
te maken met het gebruik van gegevens binnen de politie en met de
mogelijkheden om gegevens aan derden te verstrekken. De voorstellen van
het kabinet bieden hiervoor een oplossing.
Gegevens die worden verwerkt voor de uitvoering van de dagelijkse
politietaak zijn voortaan een jaar lang binnen de politie vrij
beschikbaar om ze, waar mogelijk, met elkaar in verband te kunnen
brengen. Dit geldt ook voor gegevens over personen die (nog) niet
worden verdacht van een strafbaar feit. Daar staat nu een termijn van
vier maanden voor. Verder is het van belang dat de politie gegevens
over personen uit de ene zaak zo nodig ook voor een andere zaak kan
gebruiken. Nu is dat slechts beperkt mogelijk. Het voorstel verruimt de
zoekmogelijkheden in beschikbare politiegegevens door een deel van deze
gegevens binnen de politie vrij beschikbaar te stellen, zodat alle
politiemensen ze kunnen raadplegen. De andere gegevens zijn onder
voorwaarden toegankelijk voor het zoeken naar overeenkomsten in
bijvoorbeeld de werkwijze van criminelen of het type delict. Ook wordt
het door een vergelijking van gegevens zichtbaar als er meerdere
onderzoeken tegen eenzelfde persoon lopen. Dat voorkomt dat korpsen
langs elkaar heen werken.
In de praktijk blijkt dat soms langdurige verwerking van
persoonsgegevens noodzakelijk is om een solide informatiepositie op te
bouwen en zicht te krijgen op mogelijke ernstige bedreigingen voor de
samenleving, bijvoorbeeld zware criminaliteit, terrorisme of
mensenhandel. Door hierover gegevens te verzamelen krijgt de politie
meer zicht op mogelijke betrokkenheid van personen bij dergelijke
misdrijven. Het wetsvoorstel verschaft de basis voor gerichte
verwerking van persoonsgegevens aan de hand van onderwerpen die in een
algemene maatregel van bestuur worden vastgelegd. Ook dit is een
verruiming ten opzichte van de huidige wet.
De mogelijkheden voor de verstrekking van persoonsgegevens door de
politie aan derden worden eveneens verruimd. Het gaat dan bijvoorbeeld
om instanties die betrokken zijn bij de lokale aanpak van
jeugdcriminaliteit of van huiselijk geweld, om woningbouwverenigingen
en om winkeliers als dit bijvoorbeeld in het kader van een
samenwerkingsverband bij de aanpak van criminaliteit nodig is. De
nieuwe regeling maakt verstrekking mogelijk als sprake is van een
zwaarwegend algemeen belang. Als waarborgen tegen een te ruime
gegevensverwerking schrijft het wetsvoorstel onder meer een systeem van
autorisaties voor en wordt voorzien in verschillende vormen van
toezicht.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas
openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
Bron: Ministerie van Algemene Zaken