Het onderzoek van de Rijksrecherche naar
het optreden van politiefunctionarissen na afloop van de
Oranjefeesten in Pijnacker vorig jaar is afgerond. Op grond van het
onderzoek heeft het OM besloten dat vier politiefunctionarissen
zullen worden vervolgd. Zij worden er van verdacht in zes
incidenten strafbare feiten te hebben gepleegd. Daarnaast worden
zes burgers vervolgd op verdenking van het plegen van strafbare
feiten tegen de politie.

16 incidenten onderzocht

Vorig jaar september heeft het OM al
geconcludeerd dat het optreden van de politie in het algemeen
terecht was en de politie binnen de geweldsinstructie is gebleven.
Vast staat dat de politie te maken had met een grote groep
feestgangers die zich, onder invloed van alcohol en drugs,
agressief opstelde tegenover de politie en geen gehoor gaf aan
bevelen. Uit het onderzoek is ook nu weer gebleken dat aan de
feestgangers op de Sportlaan vele malen, zowel door middel van een
megafoon als door middel van roepen en schreeuwen, is aangegeven
dat ze zich moesten verwijderen. In september is ook gemeld dat in
een vijftal situaties toch aanleiding was voor het instellen van
een strafrechtelijk onderzoek tegen politiefunctionarissen. Dit
onderzoek is verricht om vast te stellen of de betrokken
politiefunctionarissen inderdaad bij de betreffende incidenten
betrokken zijn geweest en vervolgens te beslissen of zij daarvoor
strafrechtelijk vervolgd moeten worden. Een team onder leiding van
de Rijksrecherche heeft (opnieuw) aangevers en getuigen gehoord. De
betrokken politieambtenaren zijn als verdachten of getuigen
gehoord. In het onderzoek naar de vijf situaties zijn uiteindelijk
16 incidenten naar voren gekomen, waarbij in sommige gevallen
meerdere politiefunctionarissen verdachte waren. Vier
politiefunctionarissen worden vervolgd voor hun betrokkenheid bij
zes van deze incidenten.

Vervolging in zes onderzochte
incidenten

In zes incidenten heeft het OM besloten
vervolging in te stellen:

Het eerste incident betreft het laten
bijten en meerdere malen slaan met de wapenstok van iemand die op
de grond lag op de Sportlaan. De betrokken politiefunctionaris
wordt vervolgd voor mishandeling.

Het tweede incident vond eveneens plaats
op de Sportlaan en betreft het ogenschijnlijk zonder aanleiding
laten bijten van iemand die wegliep. Ook hier wordt de betrokken
politiefunctionaris vervolgd voor mishandeling.

Het derde incident betreft het inslaan van
een ruit van een auto op de Sportlaan. De betrokken
politiefunctionaris wordt vervolgd voor vernieling.

Het vierde incident vond plaats op de
Noordweg. Een jongen die wegfietste van de Sportlaan werd geschopt
en geslagen, terwijl er geen aanleiding was geweld te gebruiken. De
betrokken politiefunctionaris wordt vervolgd voor mishandeling.

Het vijfde incident vond later op de avond
plaats bij de shoarmazaak aan de Oostlaan. Hier werd een man
meerdere malen geslagen, zonder dat daar een aanleiding voor was.
De betrokken politiefunctionaris wordt vervolgd voor mishandeling.
Een andere politiefunctionaris dreigde de ruiten in te slaan van de
woning van een getuige, die riep dat het slaan van de man moest
ophouden. Deze politiefunctionaris wordt hiervoor vervolgd omdat
hij op dat moment misbruik maakte van zijn gezag (art. 365 Sr).

Het zesde incident vond ook plaats bij de
shoarmazaak. Een man werd door twee politiefunctionarissen met de
wapenstok geslagen. Dit geweld was disproportioneel, beide
betrokken functionarissen worden vervolgd voor mishandeling.

Geen vervolging in tien onderzochte
incidenten

In tien onderzochte incidenten zal geen
vervolging plaatsvinden:

In twee onderzochte incidenten is het OM
van oordeel dat wel sprake is van disproportioneel geweld, maar is
dit niet terug te brengen op bepaalde politiefunctionarissen. Dit
komt omdat de verklaringen over de betreffende incidenten teveel
uiteen liepen of omdat er geen of onvoldoende getuigen van die
incidenten waren. Daarom kan in deze zaken niet tot vervolging
worden overgegaan.

In zeven onderzochte incidenten is het OM
tot de conclusie gekomen dat de politie geweld heeft moeten
gebruiken om de situatie onder controle te krijgen, danwel dat een
geslaagd beroep kan worden gedaan op noodweer. Dit geweld had
betrekking op het gebruik van pepperspray, de inzet van
politiehonden en het gebruik van de wapenstok. Dit optreden kan wel
letsel hebben opgeleverd, maar levert geen strafbaar feit op. Het
toegepaste geweld was dan gepast en geboden en
niet-disproportioneel. In twee gevallen is geoordeeld dat sprake
was van noodweer. De situatie waarin de politiefunctionaris
verkeerde was zodanig dat hij geweld mocht toepassen om zichzelf te
redden. Dat betekent dat de situatie waarin hij verkeerde dermate
bedreigend was, dat het gebruik van geweld gerechtvaardigd is
geweest. De betrokken politiefunctionarissen worden daarom niet
vervolgd.

Tenslotte is er in het onderzoek in
één incident geconstateerd dat er sprake is van een
strafbaar feit, maar dat is niet op een bepaalde
politiefunctionaris terug te brengen. Dit incident betrof het ten
onrechte vorderen dat de shoarmazaak gesloten moest worden. Hier
was geen reden toe en levert misbruik van gezag op. Echter niet is
duidelijk geworden wie hiervoor verantwoordelijk was. Dit komt
omdat de verklaringen over dit incident teveel uiteen liepen.
Daarom kan in deze zaak niet tot vervolging worden overgegaan.

Vervolg van zaken tegen
politiefunctionarissen

Aan twee van de vier
politiefunctionarissen die vervolgd worden zal een transactie
worden aangeboden. Dit zijn de functionarissen die betrokken waren
bij het derde en vierde incident (inslaan ruit aan de Sportlaan en
slaan van jongen op de fiets op de Noordweg). De andere twee
politiefunctionarissen zullen worden gedagvaard voor een zitting
van de politierechter.

Afdoening van zaken tegen burgers

Vast staat dat een relatief klein aantal
aanwezige politiefunctionarissen tegenover een grote mensenmassa
(2000 tot 3000 personen) kwam te staan. De slechte verlichting ter
plaatse en de smalle laan waarover bezoekers de tent moesten
verlaten leidden tot een onoverzichtelijke situatie die al snel
dreigend en chaotisch werd. Er werden voorwerpen naar de politie
gegooid, beledigingen naar de politie geroepen en bevelen van de
politie aan mensen om zich te verwijderen niet opgevolgd. De
politie had te maken met een grote groep personen die zich -
kennelijk onder invloed van overmatig alcohol- en drugsgebruik -
agressief opstelde tegenover de politie. De politie heeft meermalen
bevelen gegeven, die niet werden opgevolgd. Het niet opvolgen van
dit soort bevelen is een strafbaar feit.

Tijdens de nacht heeft de politie in
totaal 12 burgers aangehouden, o.a. voor verzet tegen de politie,
belediging en niet voldoen aan een bevel van de politie. In zes van
deze zaken wordt de verdachte vervolgd. Drie van deze zes zaken
zijn reeds afgedaan. In de overige drie zaken zal worden gedagvaard
voor de politierechter.

Na afloop van de rellen hebben
politiefunctionarissen tegen acht andere burgers aangifte gedaan
van bedreiging, belediging, mishandeling en openlijk geweld (oa.
het gooien van stenen, flessen, stoeptegels en een boomstronk naar
de politie). Op basis van wat er in het onderzoek duidelijk is
geworden over die nacht, gaat het OM er van uit dat inderdaad
gebeurd is wat de politiemensen hebben aangegeven. Het is echter
niet mogelijk gebleken om verdachten te koppelen aan deze strafbare
feiten. De reden hiervan is dat de door de aangevers en getuigen
opgegeven signalementen te weinig specifiek waren. Daarom kan in
geen van deze aangiften tot vervolging worden overgegaan.

bron:OM

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular