De ministerraad heeft op voorstel van
minister Bot van Buitenlandse Zaken ingestemd met het wetsvoorstel
om Nederland deel te laten nemen aan het verdrag over de
grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van
terrorismebestrijding, criminaliteit en illegale migratie.
Het verdrag heeft tot doel de
informatie-uitwisseling en samenwerking tussen de verdragspartners
te verbeteren. Het betreft bijvoorbeeld de toegang tot
DNA-databanken en kentekenregisters van andere verdragspartijen.
Ook informatie op het gebied van illegale migratie, bijvoorbeeld
bij geplande repatriëringsmaatregelen, moet worden gedeeld.
Het verdrag bevat tevens een regeling voor de inzet van
vluchtbegeleiders. Op deze manier kan de operationele samenwerking
tussen de betrokken landen worden verbeterd en de bestrijding van
terrorisme, grensoverschrijdende criminaliteit en illegale migratie
worden versterkt.
De volgende landen worden naast Nederland
partij bij het verdrag: België, Duitsland,
Spanje, Frankrijk, Luxemburg en
Oostenrijk. Het verdrag werd gesloten op 27 mei 2005 te Prüm,
Duitsland. Het verdrag bouwt voort op eerdere afspraken, zoals het
akkoord van Schengen en afspraken tussen Nederland en Duitsland op
het gebied van grensoverschrijdende politiële samenwerking.
Het is de bedoeling dat op termijn het verdrag in het juridische
raamwerk van de Europese Unie wordt opgenomen.
De intensivering van de operationele
samenwerking is belangrijk omdat landsgrenzen steeds minder een
obstakel vormen bij deze vormen van criminaliteit. Al vanaf 2003
zijn deze landen met elkaar in gesprek om intensiever met elkaar te
gaan samenwerken. Het verdrag staat overigens open voor andere
EU-lidstaten om zich erbij aan te sluiten. Het verdrag wordt pas
van kracht na goedkeuring door de Staten-Generaal.
bron:BZ