De Nederlandse banken kenden na de
invoering van de girale euro op 1 januari 1999 een sterke groei van
hun rentemarge door een gunstige rentestructuur en een forse groei
van de hypotheken. Dat blijkt uit tellingen van het CBS.

Rentemarge

Banken verdienen aan het verschil tussen
de rente die zij betalen aan hun rekeninghouders en de rente die
zij ontvangen met hun kredietverlening. Deze rentemarge op leningen
en deposito’s vormt het belangrijkste deel van de toegevoegde
waarde van banken. Het andere deel bestaat vooral uit provisies
voor financiële dienstverlening, zoals afsluitprovisies op
hypotheken en provisies op effectentransacties.

Forse stijging rentemarge
1999–2003

In de periode 1999-2003 steeg de verdiende
rentemarge van banken met ruim 10 procent per jaar. In 1999, in
economisch opzicht een topjaar voor de Nederlandse economie met een
BBP-groei van bijna 5 procent, en in 2002, een daljaar met een
nulgroei, was de stijging het grootst. In deze jaren steeg het
bedrag dat banken aan rentemarge verdienden met meer dan 15
procent. Opvallend hieraan is dat de rente-inkomsten van banken
ongevoelig lijken voor conjunctuurwisselingen.

Sterke groei marge op leningen

De verdiende rentemarge hangt af van het
renteverschil op leningen en deposito’s, dit is het
prijseffect, en van de omvang van leningen en deposito’s, het
volume-effect. Vooral aan hypothecaire leningen, bedrijfsleningen
en consumptief krediet werd flink verdiend in de jaren 1999-2003.
In 1999 steeg de omvang van de bancaire leningen fors, met bijna 20
procent. In 2002 was deze stijging met bijna 8 procent veel minder
groot, maar nam wel het renteverschil op leningen sterk toe. Na
2003 is een terugval van het stijgingspercentage van de rentemarge
zichtbaar.

Renteverschil verkrapt in 2006

De geldmarktrente lag in 2004 en 2005 op
ongeveer 2 procent. De kapitaalmarktrente stond in 2004 al op een
laag peil en daalde in 2005 nog verder waardoor het renteverschil
onder druk kwam te staan. Eind 2005 stond het belangrijkste
rentetarief (herfinancieringsrente) van de Europese Centrale Bank
(ECB) op een historisch laag niveau. Sindsdien is dit tarief zeven
keer verhoogd tot een niveau van 3,75 procent. De geleidelijke
verhoging door de ECB leidde tot een sterke stijging van de
geldmarktrente in de eurolanden en opnieuw een verkrapping van het
renteverschil in 2006.

bron:CBS

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular