De rechtbank Arnhem heeft in de zaak waarbij de Officier van Justitie (OvJ) en een tolk in de zittingszaal van het gerechtsgebouw te Arnhem op 29 januari 2003 werden gegijzeld, de hoofdverdachte S. veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar en 8 maanden.

S. is niet alleen veroordeeld voor het medeplegen van deze gijzeling, ook is hij veroordeeld voor uitlokking van zijn kennis B. om hem behulpzaam te zijn bij een poging tot zelfbevrijding door hem te verzoeken een wapen over de muur van het Huis van Bewaring te gooien. Deze B. is voor dit feit alsmede voor medeplichtigheid aan de gijzeling door de rechtbank veroordeeld tot 42 maanden gevangenisstraf.

Het betreft een gijzeling, in opdracht van S. uitgevoerd in het gerechtsgebouw, waarbij de gijzelnemer, die voor zijn eigen zitting in het gerechtsgebouw diende te verschijnen, met het in het Huis van Bewaring binnengesmokkelde wapen in de zittingszaal is binnengekomen en vervolgens onder bedreiging van dit wapen, zijnde een gaspistool, een dienstwapen van een parketwacht heeft weten te bemachtigen. De gijzelnemer hield de OvJ onder schot, waarbij het pistool tegen diens hoofd werd gezet.

De gijzelnemer liet vervolgens aan de OvJ weten dat S. uit het Huis van Bewaring diende te worden opgehaald, naar de rechtbank aanneemt om op die wijze S. te helpen bij zijn zelfbevrijding. Op enig moment ging er een schot af, waarna het arrestatieteam de zittingszaal binnen is gestormd en waarbij de gijzelnemer dodelijk is getroffen en de OvJ in zijn schouder is geraakt en zwaar gewond is afgevoerd naar het ziekenhuis.

Een poging te ontsnappen uit detentie door in een gerechtsgebouw een OvJ en een tolk te gijzelen acht de rechtbank een flagrante inbreuk op de uitgangspunten van de rechtsstaat. Het moet verdachte zeer worden aangerekend dat hij een jonge medegedetineerde heeft ingeschakeld en deze bij wijze van spreken een "mijnenveld" heeft ingestuurd met alle risico's vandien. De dood van deze nog jonge man moet verdachte in dat opzicht dan ook worden aangerekend. De tolk en de OvJ zijn zeer ernstig bedreigd en hebben gevreesd voor hun leven. De OvJ heeft zelfs enkele uren aan de bedreigingen bloot gestaan. De ernstige inbreuk die aldus is gemaakt op hun lichamelijke en geestelijke integriteit kan als traumatische ervaring lang nawerken. Bekend is geworden dat, nu twee jaar later, de OvJ nog steeds kampt met psychische problemen en nog niet volledig werkzaam is. Ook op de overige betrokkenen, te weten de zittingdoende rechters en griffier, de parketwachten en overige aanwezigen in en rondom de zittingszaal heeft deze gijzeling zeer diepe indruk gemaakt.

bron:Rechtbank Haarlem

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular