De eerstelijnszorg in Nederland presteert goed. Toch zijn er zorgen voor de toekomst. De vraag naar eerstelijnszorg neemt sterk toe, terwijl het aanbod van met name huisartsenzorg en mogelijk ook de thuiszorg daarbij achterblijft. Taakdelegatie heeft de beste papieren om capaciteitsproblemen het hoofd te bieden. Daarnaast bestaat er een risico op versnippering van de eerstelijnszorg. Samenwerking wordt daarom steeds belangrijker. Dit concluderen het RIVM en het NIVEL in het rapport Op à©à©n lijn dat vandaag aan Minister Hoogervorst is aangeboden.
Nederland heeft een goed presterende eerstelijnszorg die nationaal en internationaal wordt geprezen vanwege haar doelmatigheid. Van de zorgvragen in de bevolking wordt 98% volledig in de eerste lijn afgehandeld. De huisartsen heeft als poortwachter een spilfunctie in de eerstelijnszorg, die verder bestaat uit apothekers, fysiotherapeuten en oefentherapeuten, algemeen maatschappelijk werkenden en eerstelijnspsychologen, thuiszorg en spoedeisende eerste hulp (SEH).
Vraag naar zorg
De komende jaren zal de vraag naar zorg toenemen. De bevolking groeit, wordt ouder en chronische ziekten, zoals astma, diabetes en hart- en vaatziekten komen steeds meer voor. Patiënten met chronische ziekten maken relatief veel gebruik van zorg en bij de behandeling zijn vaak meerdere disciplines betrokken. De vraag naar huisartsenzorg zal tussen nu en 2020 met 13 tot 20% toenemen, de vraag naar thuiszorg met 24 tot 31%. Het RIVM en het NIVEL verwachten niet dat de vraagtoename kan worden afgeremd. Wel valt door preventie nog veel gezondheidswinst te behalen, maar omdat mensen dan langer zelfstandig blijven wonen neemt de druk op de eerste lijn eerder toe dan af.
Aanbod van zorg
Op dit moment is er geen tekort aan huisartsenzorg. Het aanbod van huisartsen neemt echter onvoldoende toe (met 11,5%) om aan de toekomstige vraag naar huisartsenzorg te voldoen. Ook het aanbod aan thuiszorg zal waarschijnlijk ontoereikend zijn. Dit betekent dat er maatregelen nodig zijn om ook in de toekomst aan de vraag van patiënten te blijven voldoen. In het onderzoek zijn deze geïnventariseerd. De onderzoekers verwachten het meest van taakdelegatie en praktijkondersteuning. Dit heeft in het recente verleden zowel geleid tot kwaliteitsverbetering als tot een efficiëntere praktijkvoering.
Versnippering van de zorg
Het RIVM en het NIVEL waarschuwen voor verlies aan samenhang in de eerstelijnszorg. Door taakdelegatie en herschikking krijgen patiënten immers met meerdere zorgverleners te maken. Bovendien werken steeds meer hulpverleners in deeltijd, en zijn er nieuwe organisatievormen bijgekomen zoals huisartsenposten en diabetesdiensten. Met name voor chronisch zieken, die in getal sterk zullen toenemen, kan deze versnippering problemen veroorzaken.
Meer samenwerking
Vanwege deze ontwikkelingen wordt samenwerking steeds belangrijker. Succesvolle voorbeelden hiervan zijn ketenzorg voor chronisch zieken, de samenwerking tussen huisartsenposten en de spoedeisende eerste hulp in ziekenhuizen, en de geïntegreerde eerstelijns psychologische zorg. Volgens de onderzoekers is er geen uniform model voor de toekomstige organisatie van de eerste lijn. Per plaats of regio moeten daarover afspraken worden gemaakt. Het bekostigingssysteem dient de samenwerking te bevorderen. De verdere ontwikkeling van elektronisch patiënten-dossier is onontbeerlijk om overzicht en samenhang in de eerste lijn te behouden. Verbreding tot een multidisciplinair dossier is daarbij gewenst.
bron:RIVM