In de periode september - november 2004 telde Nederland gemiddeld 470
duizend werklozen. De werkloosheid is in deze periode als gevolg van
seizoeninvloeden altijd lager. Na correctie hiervoor komt de
werkloosheid uit op 480 duizend. Dit is 4 duizend hoger dan in de
periode augustus-oktober van dit jaar. Dit blijkt uit de nieuwste
cijfers van het CBS.
Gedurende de afgelopen drie maanden was gemiddeld 6,2 procent van de
Nederlandse beroepsbevolking werkloos. Een jaar eerder was dit 5,5
procent.

Jaar-op-jaarstijging gehalveerd
De werkloosheid in de periode september - november 2004 was 58 duizend
hoger dan in de overeenkomstige periode van 2003. In het eerste
kwartaal was deze stijging nog 128 duizend, in het tweede kwartaal 90
duizend en in het derde kwartaal 58 duizend. De jaar-op-jaarstijging is
daarmee ruim gehalveerd ten opzichte van begin 2004.  

Jeugdwerkloosheid zorgenkind
De toename van de werkloosheid is het grootst onder jongeren. Ruim de
helft van de jaar-op-jaarstijging van de werkloosheid is te vinden in
de leeftijdscategorie 15-24 jaar. In de periode september - november
2004 telde Nederland gemiddeld 118 duizend jeugdwerklozen. Dit zijn er
30 duizend meer dan in de overeenkomstige periode van 2003. In de
vergelijkbare perioden van 2003 en 2002 bedroeg de stijging
respectievelijk 9 duizend en 19 duizend.
De toename van de jeugdwerkloosheid gaat gepaard met een afname van het
aantal werkzame jongeren. Zowel in deze periode als in de vergelijkbare
periode van 2003 volgden vier van de tien jeugdige werklozen onderwijs
en waren tegelijkertijd op zoek naar werk.
De werkloosheid is ook in de andere leeftijdsgroepen gestegen, maar
deze stijgingen zijn minder groot. Bij de 25-44 jarigen waren gemiddeld
228 duizend personen werkloos, 12 duizend meer dan een jaar eerder. Bij
de 45-64 jarigen nam het aantal werklozen toe met 16 duizend tot een
niveau van 124 duizend.

Technische toelichting
De werkloze beroepsbevolking bestaat uit alle mensen van 15-64 jaar
zonder werk (of met werk voor minder dan twaalf uur per week), die
actief op zoek zijn naar betaald werk voor twaalf uur of meer per week
en daarvoor beschikbaar zijn.
De cijfers over de werkloze beroepsbevolking zijn voornamelijk
gebaseerd op de Enquàªte beroepsbevolking, een steekproefonderzoek dat
maandelijks onder dertigduizend mensen in Nederland wordt gehouden. De
uitkomsten uit dit steekproefonderzoek kennen een
onnauwkeurigheidsmarge.
De maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking hebben een
voorlopig karakter. De cijfers kunnen met het beschikbaar komen van
meer informatie over de arbeidsmarkt nog worden aangepast. Na afloop
van het verslagjaar vindt een reguliere aanpassing plaats op basis van
geactualiseerde informatie.
Het CBS publiceert naast cijfers over de werkloze beroepsbevolking ook
een aantal andere indicatoren van het onbenut arbeidsaanbod, zoals de
geregistreerde werkloosheid en het aantal mensen met een bijstands- of
WW-uitkering. Deze gegevens zijn beschikbaar in de database StatLine op
de website van het CBS: www.cbs.nl. Hier zijn ook de cijfers over de werkzame beroepsbevolking te vinden.
Vandaag publiceert het Centrum voor werk en inkomen (CWI) cijfers over
de niet-werkende werkzoekenden in de "Nieuwsflits arbeidsmarkt" op de
CWI- website. Niet-werkende werkzoekenden en de werkloze
beroepsbevolking verschillen sterk van samenstelling, waardoor ze niet
zonder meer met elkaar kunnen worden vergeleken. Enerzijds staan niet
alle werklozen ingeschreven bij het CWI. Dit betreft vooral personen
zonder recht op een uitkering zoals jongeren en herintreders.
Anderzijds staan er personen ingeschreven bij het CWI die niet tot de
werkloze beroepsbevolking horen. Dit betreft vooral personen die niet
direct beschikbaar zijn, of niet actief zoeken, of werk zoeken voor
minder dan twaalf uur per week. Meer informatie over beide begrippen is
te vinden in een gezamenlijk artikel van het CBS en het CWI.

Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek

Bekijk ook deze populaire persberichten

Trending

Popular